Een tijdje terug heb ik mij uit pure interesse verdiept in de verering van Baäl ten tijde van het Oude Testament in Israël en het Midden-Oosten. Baälverering is immers een groot probleem vanaf het moment dat het volk van God er voor het eerst mee in aanraking komt in de woestijn op weg naar het beloofde land (Nu. 25: 3-5) tot aan de ballingschap. Beroemd daarbij zijn natuurlijk de verhalen van Elia, koning Achab en zijn vrouw Izebel (1 Kon. 16-18). Maar daar was het niet mee gedaan, overal werd de Baäl vereerd. Hoe zag deze aanbidding eruit?
Baälverering in Bijbelse tijden Laten we beginnen bij het begin. Wie was Baäl? Baäl was de belangrijkste god van de streek die nu in het westen van Syrië ligt, de plaats waar de Kanaänitische volken woonden, met als grootste en machtigste de Feniciërs. Baäl is de god van het weer en de seizoenen. Hij wordt wel afgebeeld met bliksemschichten (inderdaad net als Zeus). Het woord Baäl betekent ‘heer’. Baäl is heer in dat hij zorgt voor de regens in voor- en najaar en dus dat er oogst is. Hij is de belangrijkste god. Zijn vader ‘El’ is in de leer van de godenwereld van de Kanaänitische cultuur nog hoger geplaatst, maar deze afgod is passief en doet verder niets (hij wordt gelijkgesteld met de aarde). Wil je iets gedaan krijgen, moet je bij Baäl zijn, want hij geeft leven. Hij zorgt voor vruchtbaarheid.
De aanbidding van Baäl ging gepaard met offerpraktijken. Zo lezen we in de Bijbel meerdere malen over het branden van wierrook voor Baäl (2 Kon. 23: 5, Jer. 11: 17). Daarnaast lezen we over kinderoffers (Jeremia 19: 5). Hierbij offerde men de eerstgeborene aan Baäl om een goede oogst of een groot gezin te garanderen. Ook was tempelprostitutie een ‘normaal’ onderdeel van de aanbidding. Dit nam zowel heteroseksuele als homoseksuele vormen aan. Grote feesten voor Baäl ontaarden vaak in orgiën. Tijdens rituelen automutileerden priesters van de Baäl zichzelf (1 Kon. 18: 28) en werden er eden van trouw gezworen. Hoe ver de Baälverering doordrong in het religieuze leven van het volk van God zien we in 2 Kon. 23: 3 & 4, waar we lezen hoe de verering van God in de tempel is vermengd met de verering van Baäl.
Baäl in onze tijd Opvallend is bij dit alles, dat Baäl in verschillende gedaantes werd vereerd. Zo komen we in de Bijbel lokale varianten van de afgod tegen. We lezen bijvoorbeeld over de Baäl-Peor (Nu. 25: 3) en de Baäl-Berith (Ri. 8: 33). Kennelijk was de godheid Baäl niet strak omlijnd in wie hij was, meer in wat hij deed.
En dat zette mij aan het denken. Want drie centrale elementen van Baälverering – kinderoffers, tempelprostitutie en dat Baäl de natuur beheerde en zorgde voor vruchtbaarheid – deden mij denken aan de tijd waarin wij leven, waarin Baäl niet letterlijk wordt vereerd in zijn oorspronkelijke vorm, maar wel figuurlijk in waar hij voor staat. Lees maar mee.
Klimaatreligie Bij Het Zoeklicht schrijven we regelmatig over de klimaatreligie. We zien namelijk iedere keer opnieuw hoe er een religieuze air hangt rondom het idee van het redden van het klimaat. Zo zijn wij allen belast met de erfzonde van de door ons kapotgemaakte planeet, moeten we daar boete voor doen in ons handelen en als we dat genoeg doen dan zullen wij onszelf en de natuur verlossen. Met genoeg vroomheid kan de vernietiging en onvruchtbaarheid van het milieu, worden omgedraaid en kan er een paradijs ontstaan waarin iedereen in harmonie met flora en fauna kan leven. De vereerders van Baäl dachten ook dat zij de natuur konden laten bloeien en zichzelf konden redden. Niet door windmolens en minder vliegen, maar door de verering van de Baäl in het offeren van kinderen en het branden van wierook. De kern van deze gedachtegang is hetzelfde als voor onze tijd: als wij de juiste dingen doen, zal de natuur in harmonie functioneren en geven wat we nodig hebben.
Abortus Vandaag de dag wordt abortus gezien als een verworvenheid en een universeel mensenrecht door het overgrote deel van de Nederlandse bevolking. Een vrouw moet kunnen beschikken over haar lichaam en abortus is normale gezondheidszorg, zo klinkt het. Daarachter zit het idee dat mens vrij is om te doen wat die wil. De ketens van zwangerschap en nageslacht, staan deze vrijheid in de weg. Abortus is een logisch uitvloeisel van ons recht op vrijheid en autonomie. Het kind is een belasting en belemmering voor ons leven.
De vereerders van de Baäl dachten evenzo. Zij offerden kinderen, omdat ze ook dachten daar zelf beter van te worden. Niet voor vrijheid, maar zoals eerder geschreven voor bijvoorbeeld een gezegende oogst, of een groot gezin. Zowel toen als nu offeren we het zwakke en onschuldige op het altaar van het eigenbelang.
Vrije seksualiteit Moderne mensen zijn seksueel ontspoord. Overal om ons heen worden we ermee geconfronteerd. Op internet is seks een muisklik van je verwijderd, reclame gebruikt seks om spullen te verkopen, we dagen elkaar uit op sociale media met provocatieve kleding en poses, en ga zo maar door. Monogamie is iets van het verleden, zeker voor jongeren. Op internet wordt er al gesproken over hoeveel body’s je hebt gehad in seksuele zin. En het huwelijk? Ik citeer u een quote uit het tijdschrift ‘Linda’: ‘Stellen kijken nu meer naar of iets goed voelt. Het is veel relaxter geworden, ook bij stellen die al dertig jaar getrouwd zijn en hun huwelijk openbreken. Dat gaat vaak juist hartstikke goed… Waarom zou je krampachtig vasthouden aan monogamie als je eigenlijk behoefte hebt aan iets anders?’ Volg je begeerte, kortom, want dat moet bevredigd worden. Seksualiteit als genotsmiddel mag niet worden geremd. Nooit, zolang jij je er happy bij voelt.
Baälvereerders deden ook aan vrije seks. Zij praktiseerden tempelprostitutie en feesten ter ere van de afgod mondden niet zelden uit in orgiën. Zij leefden hun begeertes uit, zonder zich zorgen te maken. Was dit verkeerd? Nee, integendeel. De god van de vruchtbaarheid kun je het beste dienen door seks te hebben met elkaar, zo vond men. Zo vier je de ‘liefde’ en breng je Baäl eer. Het is goed voor de mens om dat te doen. Zie hier dezelfde denkwijze die we ook vandaag zien bij de hedendaagse seksuele ethiek: doe wat je wilt en lekker vindt, zolang het maar goed voelt. Vier de ‘liefde’ in al haar facetten.
Waarom is dit zo? Misschien vraagt u zich inmiddels af waarom deze parallellen te trekken zijn? Waarom wordt dat waar de Baäl voor staat nog zo vereerd? Dat heeft te maken met de machten achter deze afgod uit de Bijbel. Daarachter zitten namelijk demonische en kwaadaardige machten, de vorsten van de duisternis. Een Bijbels voorbeeld van zo’n macht vinden we in de vermelding van de zogenaamde vorst van de Perzen (Dan. 10: 13), de demonische entiteit achter dit machtige rijk. Ook valt te denken aan de tien plagen in Egypte. Deze ontzagwekkende daden van onze God tonen hoe Hij sterker is dan al de ‘goden’ (lees duistere machten) van het Egyptische pantheon. Dit soort demonische machten, dezelfde die ook achter Baäl zitten, zijn vandaag de dag nog met evenveel overgave aan het werk in deze wereld. Niet meer in goden van steen en hout, maar in de tijdsgeest. Daarom komt dezelfde verdorvenheid steeds weer terug. Zeker nu wij hier in het westen het christendom vaarwel hebben gezegd, krijgen deze machten vrij spel als opmaat naar de komst van het rijk van de duisternis aan het einde van de tijd en dat zien we.
Al met al toont dit ons daarmee hoe de tijden waarin wij leven dichter en dichter bij dat moment komen dat Jezus ons zal thuishalen en wij Hem mogen ontmoeten in de lucht (1 Tess. 4: 13-18). Want hoe heftiger de weeën, hoe dichterbij de geboorte van de nieuwe wereld (Mt. 24: 7).
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van Roelof Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op via het contactformulier.