Aanstaande zondag, 1 juli, hopen wij een doopdienst te hebben in onze gemeente. We mogen dan een broeder gaan dopen die al jaren bij ons in de gemeente komt, maar die steeds niet tot volledige overgave aan de Heer kon komen.
Die overgave was namelijk ontzettend moeilijk voor hem. Dat had alles te maken met onzekerheid over zichzelf en over zijn plek in de ogen van God. Hij geloofde haast niet dat het goed kon zijn zoals het was tussen hem en God in Jezus. Toch is de Heer met hem aan het werk geweest de afgelopen jaren. Door gesprekken met broeders en zusters, door gebeurtenissen, door diensten, enz., enz. heeft de Geest van God gewerkt. En nu is het zover: onze broeder heeft zich overgegeven aan Jezus en wil daarom ook de stap van de doop zetten. Volledig komen en gaan in gehoorzaamheid met alles wat in hem is. Onrust en onzekerheid, heeft plaatsgemaakt voor zekerheid en rust. Wil je er zondag bij zijn als hij gedoopt wordt? Ben je nieuwsgierig hoe dat bij Baptisten dan gaat? Weet dat je van harte welkom bent. Zondag 1 juli om 9:30 uur in het kerkgebouw van de Baptistengemeente Delfzijl. Hopelijk tot dan!
0 Opmerkingen
Als je de brieven van Paulus in het Nieuwe Testament leest dan valt op dat Paulus vaak expliciet vermeldt dat hij bidt en dankt voor de gemeente aan wie de betreffende brief gericht is.
Maandagavond op het gebedsmoment van onze gemeente, hadden wij het daarover. 'Opvallend eigenlijk,' zo vond de een. 'Paulus moet daar wel tijd voor hebben gemaakt als je ziet hoeveel gemeentes hij gediend heeft in zijn leven,' zo merkte iemand anders op. Toch was Paulus ondanks zijn drukke leven, een biddende gelovige die bad voor de Gemeente in al zijn lokale verschijningsvormen en die voor die gemeentes dankte. En dat mag ons tot voorbeeld strekken, want bidden wij voor onze gemeente? En danken wij voor haar? En als we bidden, wat bidden we dan? Dan dat die ene broeder of zuster toch maar tot inzicht mag komen dat hij of zij niet op de goede weg is ten opzichte van jou? Of dat de gemeente toch maar meer mag gaan lijken op hoe jij de gemeente zou willen zien? Lees dan maar eens Efeze 1 waar je vindt dat Paulus, nadat hij verteld heeft dat hij voor de gemeente bidt en dankt, de wens uitspreekt dat de gemeente een geest van inzicht mag hebben in wat God hen geopenbaard heeft, gevolgd door de wens dat ze het licht van de hoop van het geloof in zich mogen hebben. Dát is zijn wens en zijn gebed voor de gemeente. Tijdens het gebedsmoment hebben we hierbij stilgestaan en dat was waardevol. Zo waardevol dat ik dit via deze weg ook met jou en u wil delen. Want dat we bidden voor onze gemeente, dat zal vast, maar nogmaals: wat bidden we dan en hoe bidden we? Ik hoop dat we, net als Paulus, durven te bidden voor onszelf en onze broeders en zusters, dat wij de geopenbaarde Christus in ons leven centraal zullen hebben staan en zullen groeien door inzicht in de kennis van hem en dat we durven bidden dat we de hoop van het eeuwige leven en Gods grote kracht nu, mogen blijven zien als een licht in ons bestaan. Wat een gemeente zullen we zijn als we dat gezamenlijk met elkaar en voor elkaar zullen doen. Het is alweer een tijd geleden dat ik voor het laatst iets op mijn site heb geplaatst en dat heeft te maken met mijn gezondheid. Al jaren is mijn gezondheid niet geweldig, maar de laatste tijd ging het steeds minder en liep het niet meer zoals het zou moeten. Een opname in het ziekenhuis was het gevolg. Na twee weken daar verbleven te hebben, stond ik weer buiten.
Inmiddels zijn we een aantal weken verder en pak ik de draad weer op; ik wil en moet verder. Ook wat betreft de website. Ik wil ook via die weg weer van mijn geloof, mijn ervaringen en bovenal van mijn Heer delen met jullie allen. In deze blogpost wil ik in dat verband stilstaan bij hoe ik, in alles wat mij de afgelopen tijd overkomen is, de zekerheid van het geloof heb mogen ervaren. Toen het steeds minder met mij ging en ik in het ziekenhuis kwam, is er namelijk geen moment geweest dat ik heb getwijfeld over het waarom daarvan of dat ik geworsteld heb in mijn geloof daarmee. Verschillende mede-christenen vroegen mij daar wel naar. 'Heb je ook vragen?' Zo klonk het. Of: 'kun je wel uit de voeten, in je geloof en roeping, met wat je nu gebeurt?' Ik kon toen oprecht zeggen dat ik dat wel kan en dat ik geen vragen heb. En ook nu nog is dat zo. Ik geloof namelijk diep vanuit mijn hart dat God alles in zijn hand houdt, ook mijn leven. Hij gaat zijn weg en volvoert zijn plan. Ik mag zijn kind zijn en mij geborgen weten. Ook in mijn roeping en werk is dat zo en als God mij de gezondheid wil geven om hem volledig en met alles wat in mij is, te dienen, dan zal ik dat, met blijdschap en vreugde, van harte doen. Als dat echter niet mogelijk is, dan zal ik mij ook daarin schikken in overgave en dankbaarheid voor het feit dat ik hem mag kennen en dat ik mag weten dat Hij ook hier doorheen zijn werk zal volvoeren in mij. Een werk waarin zijn naam groot gemaakt wordt. Hij weet immers wat het beste is; niet alleen voor een ander, maar ook voor mij persoonlijk. En het mooie is, dat heb ik ook zo ervaren de afgelopen weken, want God heeft mij dat ook teruggegeven in mijn contact met hem. In het ziekenhuis bijvoorbeeld heb ik veel gebeden en veel Bijbel gelezen (je hebt er dan immers ruim de tijd voor). En iedere keer als ik mij uitstrekte naar God, kreeg in zijn woord de bevestiging dat Hij zorgt en dat het goed komt. Iedere keer kwam de rust, de zekerheid en de hoop van het geloof naar mij toe. En nog altijd voel ik mij daardoor gedragen, want: Hij zal mij niet begeven en niet verlaten (Hebreeën 13), Hij zal ook dit laten meewerken ten goede (Romeinen 8), Hij is met mij alle dagen tot aan de voleinding van de wereld (Matteüs 28) en ga zo maar door. Hij zal het doen en ik schik mij daar naar. Dat vertrouwen heb ik door de jaren heen in mijn gelovige leven met de Heer geleerd: ik zal niet bedrogen uitkomen, ook nu niet. Nou schrijf ik dit, omdat ik jou en u daarmee wil bemoedigen. Niet om mijzelf neer te zetten als die vrome christen waar je wat van kunt opsteken. Zo van: 'kijk mij eens.' Integendeel, zo zie ik mezelf in het geheel niet. Ik schrijf deze woorden om je ze in liefde en als bemoediging mee te geven. God zorgt en leidt. Dat geloven wij allemaal als christenen. Hij houdt alles, maar zeker zijn kinderen, in zijn hand. Dat is een waarheid die we in Gods woord vinden (kijk bijvoorbeeld maar eens in Johannes 10: 28-30). En dat geldt dus ook voor jou, net zo goed als dat voor mij geldt. Geweldig toch! Mag je dan niet meer twijfelen? Tuurlijk wel. Mag je dan niet meer worstelen? Nee hoor, ook worstelen hoort er soms bij. Maar dat zijn wij en dat is niet God. God is en blijft dezelfde, altijd. Hij is de God van de Bijbel, de God van je leven en de God van jouw redding. Daar verandert niets aan. Of het nou goed gaat, of juist niet. Of je nu sterk bent, of het niet meer aankunt. God is God en Hij heeft gezegd: 'ik laat je niet los.' Dus laat Hij jou niet los. Vertrouw daarop en vindt hoop daarin, want in Hebreeën staat het zo: 'Hij heeft immers gezegd: 'nooit zal ik u afvallen, nooit zal ik u verlaten,' zodat we vol vertrouwen kunnen zeggen: 'de Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen.' Lieve broeder, lieve zuster, geliefd kind van God: er is hoop, er is uitzicht, er is een weg. God is sterker dan het kwaad en het lijden en Hij laat niet los. Ook jou niet. |
Roelof HamTheoloog, voorganger en auteur. Archieven
Juni 2023
|