Afgelopen zondag had ik het voorrecht om bij de inzegening en herbevestiging van mijn vader als ouderling te zijn. Hij ging een nieuwe periode in van raadswerk in dienst aan de Heer en zijn Gemeente.
Nou heb ik zelf in de loop van de jaren al vele ouderlingen, diakenen en diaconessen ingezegend en (her)bevestigd in mijn werk als voorganger in de verschillende gemeentes die ik mocht dienen. En iedere keer weer is het bijzonder om te zien dat God deze mensen aan de gemeente geeft en hen roept om te dienen, want laat dat duidelijk zijn: in bijna alle gevallen zijn het broeders en zusters die de gemeente willen dienen in deze Bijbelse taken omdat ze zich geroepen weten en voelen door God. En dat is iets dat ik in dit blog wil benadrukken en naar voren wil brengen, want ik vraag me af of we ons dat wel voldoende beseffen? Ik heb een aantal gemeentes gediend en een aantal meer nog als lid van binnen gezien en overal is het zo dat bij de verkiezingen voor deze functies, nou niet echt heel fanatiek en in drommen wordt gestemd. We zeggen wel dat we in biddend opzien onze keuze maken, maar een heleboel broeders en zusters doen hier niet aan mee of vergeten het geestelijk te bezien en aan te pakken, zullen we maar zeggen. En dat is jammer, want raadslid zijn, zuster diacones, (pastorale) oudste of welke termen er in jouw gemeente ook op deze functies worden geplakt, je kunt ze alleen doen in afhankelijkheid van God in de roeping die je hebt gekregen en door de steun van de gemeente die je dient en die jou draagt door en in gebed. Eigenlijk wil ik je daarom oproepen in dit blog: bid voor de broeders en zusters die de verantwoordelijke taken dragen van bestuur, raad, pastoraat en zielzorg. Ze hebben jouw gebed zo nodig. Wanneer was de laatste keer dat jij daarvoor gebeden hebt?
0 Reacties
Voorganger zijn is een geweldig mooi beroep, maar het heeft ook nadelen. Een van die nadelen is dat het een veelal zittend beroep is. Je krijgt daarom (afgezien van de zondagochtend) niet heel veel beweging. Om toch nog aan de noodzakelijke minimale beweging te komen, maak ik daarom elke werkdag na de lunch een ommetje door mijn geliefde Delfzijl. Meestal heb ik een soort van vast rondje dat ik samen met Deborah loop. Op dat rondje komen we door het centrum en bijna dagelijks passeren we daarbij een winkel die die briljante naam 'de Snuffelwinkel' draagt. Deze winkel is een zaak met enkel tweedehands spullen. Geen kringloop, maar een winkel waar je spullen kunt inbrengen die de eigenaar van je koopt om die vervolgens dan weer voor een marktprijs door te verkopen. Het is een business, geen liefdadigheid.
Het pand waar de winkel zich in bevindt, heeft ook een etalage waar de winkelier de mooiste waren uitstalt. Omdat het een winkel in tweedehands spullen is verandert deze etalage voortdurend, afhankelijk van de producten die beschikbaar zijn. Ik kijk dan ook altijd even naar de etalage als we er langs lopen om te zien wat er nu weer staat. Gisteren liep ik langs de winkel en zag ik in de etalage een voorstelling van verschillende Boeddhabeelden; er was een Thaise Boeddha, een klassieke Boeddha en in een in koper. Nou draagt dit blogje de titel 'afgoden' en misschien dacht je toen je dat zag staan aan oude beschavingen met afgodsbeelden en heidense tempels, of aan inboorlingen ergens in de jungle van Papoea Nieuw Guinea die geloven in bosgeesten en houten beelden van hun voorouder-goden in hun dorpen hebben. Daar doen beschaafde mensen als wij niet meer aan immers. Toch zijn ook die Boeddha's afgoden en iedere keer als ik ze zie, vind ik het opvallend dat wij als zogenaamd seculier land, ons zo daarnaar uitstrekken. Kennelijk zijn wij religieuzer dan we denken of willen toegeven. Het zien van zulke Boeddha's doet mij ook verdriet. Ik begrijp het niet en ik erger me eraan. Ik geloof namelijk dat een Boeddhabeeld in bezit hebben niet neutraal is, maar dat is een onderwerp voor een ander moment. Wat ik wil aangeven in dit blog is dat mensen religieus zijn tot op het bot. Dat geldt dus ook voor ons Nederlanders. We lijken modern en wijzen God en het christelijk geloof af als achterhaald en voor domme, simpele mensen, maar dat is schijn; de mens is een onverbeterlijk religieus wezen. Dat is hoe God ons heeft gemaakt. Wij zijn immers bedoeld om in relatie met God te leven. Toen echter het kwaad en de zonde kwam is die natuurlijke nauwe omgang met God verbroken en sindsdien zoeken alle mensen naar herstel. We willen ons 'Godshaped hole' vullen. Daarom zijn er ook al die godsdiensten in deze wereld, daarom zie ik die Boeddhabeelden, daarom barst het van zovele spirituele stromingen en interesse daarvoor onder de mensen. We zoeken God, maar vullen het met andere, inferieure zaken. En dat is de essentie van afgoderij: dat je God vervangt door iets anders, dat vervolgens de plaats en functie van hem inneemt. Dat kan een Boeddhabeeld zijn, of een andere god dan wel godsdienst. Het kan de vorm aannemen van een oosterse spirituele stroming waar je in onder gaat, maar ook de vorm van meer aardse zaken. Want zelfs mensen die niet gevoelig zeggen te zijn voor 'het hogere', vullen hun leven met afgoden. Afgoden als macht, status, rijkdom, faam, succes, schoonheid en wat al niet meer zij. Daar stellen zij hun zekerheden in, daar vertrouwen ze op, dat jagen ze na en als het echt moeilijk wordt dan vertrouwen ze op die zaken om hen te redden. Maar wat wil ik hier nou mee zeggen? Wat kun je hier als gelovig mens mee als je dit leest? Nou, twee dingen. Ten eerste is het belangrijk om te beseffen dat afgoderij nog springlevend is. Het is niet enkel iets van het Oude Testament en het volk Israël ten tijde van de Davidische koningen of Elia de profeet. Het is iets van vandaag de dag en ook wij worden opgeroepen om daar tegen te staan en om daar niet in mee te gaan. Ten tweede houdt het ook een spiegel voor, want afgoden zijn verleidelijk. Misschien niet die lelijke Boeddhabeelden, maar de verleiding van rijkdom, materialisme, succes, faam en schoonheid is er ook voor ons. Hoe makkelijk laten wij ons niet meeslepen daarin als we niet oppassen! Dan doen ook wij mee met de wereld die God niet kent en vervangen we hem voor iets anders. En dat zou niet moeten. Niet bij ons. Het is mijn gebed voor mezelf en voor jou, dat God in ons altijd de plek krijgt die hem toekomt. Als iets mij met de jaren van geloven duidelijk is geworden, dan is het wel het belang van tijd met God doorbrengen. Het is voor de gezondheid van je geloof van wezenlijk belang dat je momenten plant in je leven waarop je God zoekt in gebed en het lezen van de Bijbel. Je kan deze stille tijd zoals dat wel wordt genoemd, eventueel aanvullen met zang en muziek, met overdenkingen of (dag)boeken die je leest, maar de kern blijft dezelfde: je zoekt God, omdat je van hem wilt horen, hem wilt ontmoeten en contact met hem wil. Hij is je Heer en dus wil je bij hem zijn.
Want ons geloof is ten diepste een persoonlijke relatie met God door Jezus Christus in wat hij voor ons heeft gedaan in de verlossing aan het kruis. Door Jezus hebben wij vrij toegang tot God en zijn genade, zegt Romeinen 5 al. En die toegang mogen we gebruiken om een relatie met de Drie-Enige God te hebben. Wat een rijkdom! Maar tegelijkertijd is het ook best een uitdaging. Het leven is immers druk en we hebben volle agenda's. Er is zoveel dat onze aandacht vraagt en krijgt. Soms vergeet je dan even stil te staan en God te zoeken. Maar als je dat niet doet, merk je gelijk ook het verschil: je staat anders in de dag en wat er op je afkomt, als je het een dag vergeet of achterwege laat. Uit eigen ervaring kan ik zeggen: dat is een verarming. Als ik mijzelf voorbij draaf, maakt dat mij ook persoonlijk tot een armer geestelijk mens. Daarom de omroep om stille tijd niet te vergeten, maar er werk van te maken. En die oproep wil ik kracht bijzetten door een nieuw item te introduceren: Eerste Hulp bij Stille Tijd. Onder dat kopje, zal ik hier op deze site elke werkdag een kort filmpje plaatsen dat je kunt gebruiken om je eigen stille tijd vorm te geven en in te vullen. Ik lees een Bijbelgedeelte, deel een paar gedachten en geef een paar vragen mee. Dat is alles. Het geeft je de vrijheid om daarna mee te doen wat je wilt en tegelijkertijd biedt het structuur om je aan vast te houden. Benieuwd geworden? Klik hier om naar het filmpje van de dag te gaan. Van de week hoorde ik iemand zeggen dat hij de kerk zag als een voetbalstadion. Geloven was voor hem een individuele persoonlijke relatie met God en Jezus en op zondag ging je naar een kerk om dat geloof daar met elkaar te belijden. Als was je een supporter die in het stadion van je eigen cluppie samen met anderen je team aanmoedigt. Deze uitspraak zette mij aan het denken. Hij geeft, volgens mij, precies weer hoe in de kern veel christenen vandaag de dag tegen 'kerk zijn' aankijken. In essentie zegt deze uitspraak over de kerk als voetbalstadion namelijk dat je naar de kerk gaat om iets te halen, om iets te beleven. Maar ik geloof niet dat dit is wat de Bijbel ons leert over de kerk. Wat wij meer en meer schijnen te vergeten is dat wij de Kerk zijn. Ik schrijf bewust Kerk met een hoofdletter, om daarmee aan te geven dat ik daarmee de wereldwijde gemeenschap van geloof in Christus bedoel (de ekklesia). De Bijbel is heel duidelijk: als je tot God komt en je de bekering en wedergeboorte van het geloof mag ontvangen, dan word je onderdeel van die Kerk, onderdeel van die Gemeente rondom en in Christus. Galaten 3 zegt dat je daarin geplaatst wordt: 'want door geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God. U allen die door de doop één met Christus bent geworden.' Romeinen 8 (vers 14-17) leert ons in het Grieks dat we 'geadopteerd' zijn in het gezin van God, dat we kinderen van God zijn geworden en dus onderdeel zijn van Gods gezin van geloof. Efeze 2 zegt over deze nieuwe gemeenschap (bestaande uit Joden en niet-Joden): 'zo bracht hij vrede en verzoende hij door het kruis beide in één lichaam met God, door in zijn lichaam het vijandschap te doden.' Zonder deze blog-post in een Bijbelstudie te veranderen, wil ik er tot slot op wijzen dat Jezus al een gemeenschap om zich heen had toen hij op aarde zijn werk deed en dat God in de Heilige Geest kiest voor de Gemeente. Dat laatste leert ons al het Pinksterverhaal: als de Geest wordt uitgestort begint op die dag ook de Kerk van Christus met 3000 bekeerlingen. Dat alles maakt dat de Kerk, welke plaatselijke uiting je daarvan ook bezoekt, meer is dan alleen plek waar je wat haalt en beleeft. Het is de plek waar je hoort, omdat je er onderdeel van bent. Je bent immers een kind van God en dat betekent ook onderdeel van het gezin van broeders en zusters die de Kerk is. En daar in die Kerk beleef je jouw geloof, daar ontvang je voeding, onderwijs en leringen, daar ontmoet je God in de rituelen van doop en avondmaal. Jezus werkt door de Kerk in de wereld en in de maatschappij. Je daar aan onttrekken of het terugbrengen tot de plek waar je iets komt halen, is te mager. Wij zijn samen de Kerk. Dat moet centraal staan. De vorm kan daarbij variëren, veranderen en lokaal verschillen, dat maakt niet uit. Maar de Kerk van Christus is essentieel. En uiteraard, er is veel fout gegaan daar waar de Kerk van Christus verworden is tot een historische instituut, een menselijke instrument van macht en gezag. Er is misbruik geweest, zelfverrijking, vermenging met de wereld en ga zo maar door. Maar daarmee moeten we niet de Kerk afserveren en kleiner maken. We moeten de Kerk juist groter maken. Groter maken naar de essentie van wat het is: een gemeenschap van geloof waar God woont. Een tempel voor hem waar hij door werkt. Zijn lichaam dat zijn liefde verspreid en licht laat schijnen. Het is de uitdaging om dat vandaag de dag op een eigentijdse manier vorm te geven met elkaar. Wat een uitdaging! Vanaf de zijkant keek hij naar het water. De dominee wenkte hem om te komen.
‘Is het warm?’ Vroeg hij de koster naast hem. ‘Ja, ik heb vanmorgen voor de dienst de temperatuur gecheckt. Geniet ervan.’ Hij gaf hem een knipoog en glimlachte vriendelijk. Marko stapte daarop voorzichtig het water in. Hij voelde hoe zijn blote voeten en daarna de onderkant van zijn doopjurk nat werden. Het water had inderdaad een aangename temperatuur. Nu zou het gebeuren: hij zou gedoopt worden. In zijn hoofd flitste alles wat de afgelopen maanden was gebeurd voorbij. Hoe hij op een avond Gods aanwezigheid had ervaren, toen hij voor de zoveelste keer God had gezocht in gebed. Hij was in de weken ervoor gaan bidden, zoals zijn oma hem dat geleerd had. Eerst was er niets gebeurd maar ineens, die avond, was dat anders geworden en liet God zich zien. Het was een fijne en heel bijzondere ervaring, maar hij wist tegelijkertijd niet wat hij ermee aan moest. Zoveel liefde en zoveel rust kende hij niet. Het voelde overweldigend. Daarna was hij op zoek gegaan naar verklaringen en antwoorden. Via vrienden was hij in de kerk beland. In deze kerk waar hij nu werd gedoopt. Hij had zoveel geleerd en nog zoveel meer ontdekt en ervaren sindsdien. En nu zou dat allemaal samenkomen in de doop. Hij zou in het water ondergaan en daarin symbolisch begraven worden met Jezus; hij zou het oude leven zonder God achterlaten en zich overgeven. Als hij omhoogkwam uit het water, stond hij op tot een nieuw leven. Een nieuw leven met en een nieuw hart door de kracht van zijn Heer die als eerste uit de dood was opgestaan. Dat was ook zijn verlangen, want sinds Jezus zijn Heer was had er een ommekeer in zijn leven plaatsgevonden. Een verandering die vandaag uitgedrukt werd in deze publieke belijdenis van zijn geloof, in deze stap van gehoorzaamheid. Hij was zo blij dat hij een glimlach op zijn gezicht niet kon onderdrukken. De dominee glimlachte vriendelijk terug naar hem. Terwijl Marko naast hem tot aan zijn middel in het water stond, sprak zijn voorganger de gemeente toe: ‘lieve mensen, wat wij vandaag gaan doen is iets dat gelovigen al eeuwen en eeuwen doen. De Bijbel leert het ons. Als je gelooft dat Jezus de Heer is en als je een persoonlijke relatie met hem hebt, mag je gedoopt worden op dat geloof. Daar worden we toe uitgenodigd. Marko heeft de waarheid van het geloof ontdekt en zet vandaag de stap die daarbij hoort. Hij legt daarmee het patroon van het nieuwe leven: het oude laat hij achter, want het nieuwe is gekomen.’ Daarna wenkte hij Marko. Die nam zijn plek in voor de voorganger, precies zoals ze hadden geoefend. Hij kruiste zijn handen voor zijn borst. ‘Marko van der Broek’, sprak de dominee, ‘op belijdenis van je geloof, dopen wij jou in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.’ Daarna ging hij achterover. Terwijl het water zich sloot zong zijn hart. Toen hij helemaal onder was sprak hij vanuit zijn binnenste tot God en zei: ‘hier ben ik Heer. Ik geef mijn leven aan u.’ Hij voelde op dat moment Gods liefde hem raken. Hij voelde hoe Jezus naar hem toekwam en hem antwoordde. Diepe vreugde vulde zijn ziel. Daarna kwam hij alweer omhoog. Terwijl het water van hem afdroop en hij een hand over zijn gezicht haalde om zijn ogen watervrij te maken, sprak de dominee hem zacht toe: ‘gefeliciteerd mijn broeder.’ Toen begon de gemeente klappen. Iemand riep: ‘prijs de Heer.’ En Marko dacht: ‘amen.’ Het oude was voorbij, het nieuwe was begonnen. Dit is een fictief verhaal. Elke overeenkomst met de werkelijkheid berust op mijn ervaringen als voorganger en louter toeval. Een keer per jaar hebben wij in onze gemeente een gedachtenisdienst waarin wij degene die ons ontvallen zijn willen gedenken. Dat is bij ons al jaren de laatste zondag van het jaar. Zondag a.s. is het dus weer zover. In die dienst die pastor Erry Fokkert en ik samen zullen doen, zullen we stilstaan bij 1 Kor. 15: 42-57 (zie 'de preek samengevat').
Daarbij laat ik het bovenstaande plaatje van een klaproos ook zien. De klaproos is het symbool van herdenken in Engeland. Het komt uit de Eerste Wereldoorlog en duidt op de veerkracht van het leven dat doorgaat voor hen die achterblijven. Het duidt voor mij ook op de christelijke boodschap dat de dood niet het laatste woord heeft, want deze bloem groeide als een van de eersten weer op de restanten van de slagvelden van de Grote Oorlog. Het was een teken van het nieuw leven dat ook op die velden van de vernietiging duidelijk maakte: het leven overwint de dood. Dat is ook de boodschap die wij zondag met elkaar willen delen en die ik via deze weg ook met jou wil delen in deze laatste dagen van het jaar. Juist nu voor velen het gemis sterk is en welhaast tastbaar, mag je dit weten: de dood heeft niet het laatste woord. Christus heeft overwonnen en in hem hebben wij eeuwig leven en is het weerzien gegarandeerd. Dat is onze hoop, ook voor jou. Ik wil jullie allemaal een heel gezegende kerstdagen en een gelukkig 2019 wensen. Ik hoop dat iedereen mag weten en ervaren dat Jezus voor jou gekomen is en dat hij iedere dag meer in je leven gaat betekenen ook in 2020.
Wat betreft de komende feestdagen ben je van harte welkom om onze gemeente te bezoeken. Je kunt op kerstavond (24 december) terecht in de kerstnachtdienst om 22:00 uur. Pastor Erry Fokkert hoopt dan te mogen voorgaan. Op kerstochtend (25 december) is er om 10:30 uur dienst en dit zal 'Kerst van en voor allen zijn.' Er zijn dan bijdragen van de kinderen, tieners, jong volwassenen en van de alleengaandengroep in onze gemeente. Ikzelf hoop in die dienst het Woord te mogen brengen. Beide diensten hebben als thema: 'Kerst is schitterend.' Dinsdag 31 december hebben wij om 19:00 uur een kleine samenkomst in ons kerkgebouw waarin we willen terugkijken naar het jaar dat is geweest en vooruit willen kijken naar het jaar dat gaat komen. Deze dienst maken we als gemeente samen mogelijk. Er is dan dus geen voorganger die de dienst leidt. Wellicht zie ik jullie daar ergens! Elke donderdag, tenminste wanneer er geen kringen samenkomen in onze gemeente, mag ik Bijbelstudie verzorgen. De afgelopen tijd zijn we intensief bezig geweest met een studie over de brief van Paulus aan de gemeente in Kolosse. Die Bijbelstudie is inmiddels afgerond, maar als je dat terug wil kijken kun je dat vinden op mijn Youtube-kanaal. Check daar de afspeellijst 'Bijbelstudie Kolossenzen.'
Tijdens de laatste avond van deze studie, heb ik gevraagd waar de groep het over wilde hebben nu we klaar waren met de brief aan de Kolossenzen. De deelnemers gaven aan dat ze in het nieuwe jaar bezig wilden gaan met een van de kleine profeten, maar de laatste keer van 2019 wilden ze het hebben over Kerst en de Bijbel. Wat is het 'ware Kerstverhaal' en wat is er (later) bij verzonnen? In een eenmalige studieavond ga ik daarop in. De avond behandelt allerlei wetenswaardigheden over Kerst en de geschiedenis ervan. Interesse om het te kijken? Klik dan hier. Veel plezier! Ieder jaar rond deze tijd krijg ik als voorganger vragen over het vieren van Kerst. Is het goed om Kerst te vieren? Of is het eigenlijk een goddeloze aangelegenheid waar wij als Bijbelgetrouwe christenen verre van moeten blijven?
De moeite zit hem daarbij in het feit dat de Bijbel niet spreekt over het feest van Kerstmis. Ook kende de vroegste kerk dit feest niet. Het is een uitvinding van later en daarbij is de viering van dit feest als christelijk feest rond de geboorte van Jezus, vermengd met allerlei voor-christelijke en heidense elementen. Is dat niet afgoderij? Toch zijn er ook mensen die Kerstmis wel ten volle vieren. Zij erkennen meestal de bezwaren ook wel, maar, zo zeggen zij, de komst van onze Heer naar de wereld is toch best het vieren waard! En ja, dat is dan op een willekeurige datum, met allerlei willekeurige en niet per se Bijbelse of christelijke elementen, maar daar kun je toch doorheen kijken. Het gaat erom dat we mogen vieren dat God naar ons heeft omgezien en dat het licht voor de wereld, in de wereld is gekomen. Daarbij is het een kans om de boodschap van geloof aan mensen te vertellen die anders nooit in een kerk of geloofsgemeenschap komen. Er is voor beide posities en meningen best wat te zeggen. Het is inderdaad waar dat Kerstmis, zoals wij dat vieren, een vermenging is van christelijke elementen met het voor-christelijke feest van de midwinter zonnewende. Het is geen Bijbels feest en komt daar ook niet voor. Als mensen daarom Kerstmis niet vieren is dat begrijpelijk. Anderszins is het eveneens waar dat de komst van Jezus naar de wereld een gebeurtenis is die in dankbaarheid het vieren waard is en dat juist dit feestmoment kansen biedt als het aankomt op de verkondiging. Als mensen daarom wel Kerstmis vieren is dat begrijpelijk. Maar wat is dan wijsheid? Meestal verwijs ik in dit verband naar Romeinen 14. Daar wordt ingegaan op verschillen tussen gelovigen. Niet op de wezenlijke zaken, maar wel op zaken als eten en drinken en het vieren van feesten. In vers 5 & 6 aldaar staat dit: 'de een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen. Wie een feestdag viert, doet dat om de Heer te eren; wie alles eet, doet dat om de Heer te eren, en hij dankt God voor zijn voedsel. Wie iets niet wil eten, laat het staan om de Heer te eren, en ook hij dankt God.' Deze woorden zeggen veel. Daarom, als jij worstelt met de vraag wat je wel of niet kunt met Kerstmis, ga dan bij jezelf na: wat is mijn overtuiging? Kan ik, als ik het feest vier, God eren in dankbaarheid? Of eer ik God door het niet te vieren en ik dank hem daarvoor? Beantwoord die vraag eerlijk en laat dan vervolgens ieder zijn eigen hart en inzicht volgen. De gemeente van Jezus is een plaats waar alle kinderen van God een plekje hebben. Het functioneert in die zin echt als een gezin, als een familie van God. Dat is een Bijbelse waarheid, maar het mag ook in de praktijk gestalte krijgen. Zo mag er ruimte zijn voor de geloofsbeleving van jongeren, maar ook van de ouden van dagen in de samenkomsten. Er mogen activiteiten zijn voor kinderen, maar net zo goed ook voor gezinnen, voor alleengaanden, mannen, vrouwen, etc., etc.
Als voorganger word ik daarom ook altijd heel blij als ik die diversiteit van de gemeente mag zien. Ook in mijn eigen gemeente. Zo brengt het mij vreugde dat onze diensten altijd een mengeling zijn van modern en traditioneel. Wekelijks zingen we bijvoorbeeld de nieuwste Opwekkingen, maar ook oude nummers uit Johannes de Heer komen voorbij. In het gemeentelijk leven komt deze rijkdom en diversiteit naar voren in een 'Eet Mee' - groep voor alleengaanden, een kindermiddag waar tientallen kinderen iedere 6 tot 8 weken samenkomen voor een programma speciaal voor hen, in jeugddiensten op zondagavond en aanstaande zondag bijvoorbeeld in de medewerking van het Christelijk Mannenkoor Appingedam in de ochtenddienst (komt allemaal om 9:30 uur naar onze kerk!!). En nou kan het best zijn dat je dit leest en bij jezelf denkt: 'ja mooi hoor die verscheidenheid, maar van mij hoeft het niet.' Dat je denkt: 'ik heb niks met die nieuwerwetse liedjes en muziek.' Of misschien denk je: 'een mannenkoor, ik moet er niet aan denken.' Maar je kan ook anders kijken en blij zijn met de diversiteit in de gemeenschap van geloof waar je naar toe gaat. Of dat nu in Delfzijl is of elders, de rijkdom van een familie waarin jong en oud, arm en rijk, hoogopgeleid en nauwelijks opgeleid, man en vrouw of welk ander onderscheid dan ook, een plek heeft, is een getuigenis van de kracht van Gods familie! Kijk, ook ik vind niet alles even leuk wat er te doen is en georganiseerd wordt, maar ik kan wel ontzettend genieten van anderen die de zegen en de vreugde ervaren van iets dat niet mijn smaak is. Dan kan ik oprecht dankbaar zijn voor dat wat God daarin geeft. En dat is ook gemeente zijn; ik ben blij voor en met mijn familieleden in geloof. Ik hoop dan ook dat jij eveneens beseft hoe rijk Gods familie is en dat je met blijdschap en verdraagzaamheid die verscheidenheid die ons daarin gegeven wordt, koestert. Ga immers maar na hoe het zou zijn als een gemeente uit alleen maar kinderen zou bestaan, of alleen maar mannen. Dat zou een armoede zijn. Je zou dan niet meer spreken over een gezin of een familie van God. Nee, juist in de verscheidenheid van de leden, herken je het gezin. En zo draagt ook dat bij aan het grote doel: dat mensen God vinden en groeien in hun geloof en in hun relatie met de andere kinderen van God. Iets waar ik mij van harte voor in wil zetten en de Heer dagelijks voor kan en wil danken. |
Roelof HamTheoloog, voorganger en auteur. Archieven
December 2020
|