Toen ik nog naar de middelbare school ging waren er wel eens momenten dat ik in de problemen raakte. Bijvoorbeeld omdat ik te laat op school kwam 's ochtends of omdat ik mijn huiswerk niet af had. Vaak probeerde je dan met een smoesje er toch mee weg te komen. Iedereen kent ze wel: 'de brug was open,' 'mijn hond heeft mijn huiswerk opgegeten,' dat soort dingen.
Best wel grappig eigenlijk als je erover nadenkt zoveel jaar later. Immers iedere leraar, iedere conciërge had natuurlijk al lang en breed door dat je smoezen liep te bedenken, omdat je niet wilde toegeven dat je gewoon te laat van huis was gegaan en je geen zin had en het je niets kon schelen dat school al begonnen was. Of omdat je toch moeilijk kon zeggen dat je liever voor de tv had gehangen of videogames had gespeeld de avond ervoor, dan dat je huiswerk had gemaakt. Dus verzon je de wereld aan excuses en smoesjes. De een nog creatiever dan de ander. Er was op onze school zelfs een bord waarop de meest creatieve bedenksel werden gehangen ter inspiratie en vermaak. Toch lijkt er soms niets veranderd, ook niet als je ouder wordt, want we vertellen elkaar nog steeds allerlei smoesjes en excuses. Als we gevraagd worden voor iets dat we niet leuk vinden, dan kunnen we die dag toevallig niet en hebben we 'helaas' een andere verplichting. Als we een klusje moeten doen om het huis dat al tijden van ons verwacht wordt, maar niet gebeurt, dan ben je 'te moe,' of heb je 'nog genoeg andere dingen te doen,' en ga zo maar door. En als onze ouderling of dominee ons aanspreekt op ons toch wel karige kerkbezoek, of op het achterblijven van de bijdrage voor de gemeente, dan hebben we het zo druk met ons werk, dan zijn we het vergeten, etc., etc. En natuurlijk hebben we dat van elkaar door en weten we van elkaar echt wel dat het smoezen zijn, maar we laten het er maar bij, want je kan een ander toch niet zomaar uitmaken voor een leugenaar. En dat mensen elkaar, ook als christenen, soms van alles op de mouw spelden is tot daaraan toe. Het is niet goed, laat dat duidelijk zijn, en het zou niet moeten. Het is immers een vorm van oneerlijkheid en dat is in de Bijbel niet voor niets een zonde. Maar oké... dat is dan wat we elkaar aan doen. Veel kwalijker wordt het als we God zelf proberen voor de gek te houden. Ik heb namelijk het gevoel wel eens dat mensen dat doen en dat baart mij zorgen. Want ook ik krijg als voorganger, wel eens een smoesje gepresenteerd als ik iemand in geloof ergens op aanspreek. En meestal heb ik dan wel door dat mensen mij een smoesje vertellen over waarom ze doen wat ze doen of juist niet doen wat ze zouden moeten doen. Ook al denken ze zelf dat ik niks doorheb. Maar dat kan ik dan hebben, want wie ben ik? Ik maak me dan echter tegelijkertijd wel oprecht zorgen over hoe deze mensen met God daarover praten. Wat zullen ze dan tegen hem zeggen? Als ze bijvoorbeeld in Bijbel lezen dat ze gedoopt moeten worden, maar weigeren die weg te gaan. Als ze lezen dat ze in de Gemeente van Jezus horen en daar verwacht worden, maar daar in de praktijk niets van bakken. Als ze ontdekken dat je met blijmoedigheid mag geven van wat je hebt voor God, terwijl ze niets of nauwelijks iets af kunnen staan voor een ander uit gierigheid. Als ze leven in lauwheid in geloof, terwijl Jezus zegt in de Bijbel dat hij de lauwen zal uitspugen. Als ze lezen over de opdracht elkaar te vergeven, zoals je zelf vergeven bent, maar in hun hart mensen dingen blijven nadragen, zelfs broeders en zusters. Als ze kortom keuzes maken en levens leiden die niet in overeenstemming zijn met Gods wil, maar ze daar niet mee breken of niet daaraan werken. Zeggen ze dan ook tegen God zelf: 'ja, Heer, u weet toch dat ik..., dat begrijpt u toch wel?' Of: 'ja dat kan wel zo zijn, maar...' Komen ze dan ook met allerlei smoesjes naar God waarin ze het kromme recht proberen te praten? Dat baart mij zorgen, want God is wel God. Hij is heilig en verheven. Hij kijkt dwars door ons heen in ons hart. De schijn hoeven we niet op te houden. Sterker nog, hypocrisie en schijnheiligheid, is een doorn in het oog van God. Het is niet voor niets dat Jezus de schriftgeleerden juist dit steeds weer verwijt. God is zo groot en wij moeten ontzag en respect voor hem hebben. De oude vertaling van 'vreze des Heren,' is zo gek nog niet wat dat betreft. Laten we God daarom niet voor de gek houden met onze excuses en smoezen. Laten we eerlijk belijden als het niet goed is in ons hart en de Geest van onze Heer ons dat duidelijk maakt. Laten we bereid zijn om daar naar te luisteren, om te veranderen en om eerlijk naar onszelf te kijken. Dat we belijden voor God hoe het werkelijk zit. Niet mooi weer spelen of God met onze excuses en ons gedraai om de tuin te willen leiden. Daar is God te hoog verheven voor. Zijn heiligheid verdraagt dat niet. Laten we naderen tot hem met ontzag en hem ook in ons falen de eer geven die hem toekomt door ons tekorten te erkennen, die te belijden én ons in te zetten om te veranderen door de genade van Jezus en met de kracht van Gods Geest.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Roelof HamTheoloog, voorganger en auteur. Archieven
Juni 2023
|