De vraag van de titel boven dit artikel werd in het Nederlands Dagblad van 6 april gesteld: word je een beter mens van geloven? Het zette me aan het denken, want het antwoord op deze vraag zal afhangen van hoe je over religie denkt en hoe tegen gelovigen aankijkt. Velen die niet geloven en die ons geloof als iets afkeurenswaardig zien, zullen onmiddellijk antwoorden dat je van geloven juist geen beter mens wordt. Eerder het tegenovergestelde. Zij zullen wijzen op de vele dominees en geestelijk leiders die hoog van de toren bliezen en massa’s gelovigen trokken, maar ondertussen zeer dubieuze, moreel twijfelachtige en zelf ronduit criminele praktijken erop na hielden als ze de schijnwerpers niet meer op hen gericht waren. Of ze zullen wijzen naar de katholieke geestelijken die zich vergrepen hebben aan kinderen die aan hun zorg waren toevertrouwd. Nee, van geloven wordt een mens niet beter. Andere ongelovigen die niet zo vijandig staan ten opzichte van geloof, zullen minder hard oordelen. Zij zullen misschien zeggen dat er geen verschil is tussen gelovigen en ongelovigen. Het zijn maar gewoon mensen, allemaal met hun goede en slechte kanten. Van geloven word je niet beter en niet slechter als mens.
Beide antwoorden stemmen tot nadenken als je jezelf tot het gelovige deel van de samenleving rekent. Zeker als je beseft dat de Bijbel heel duidelijk wel consequenties verbindt aan gelovig zijn, ook in wie je bent en wat je doet. De Bijbel gaat er namelijk onomwonden vanuit dat je van geloven een beter mens wordt. Dat kan niet anders. Een gelovig mens laat zijn geloof in alles doorwerken en dat zie je in hoe diegene leeft en wat die doet. Geloven zonder daden kan niet, net zoals je niet van iemand kunt houden en in liefde met iemand een goede relatie hebben, zonder dat dit duidelijk wordt in hoe je met elkaar omgaat, in wat je voor die ander doet en ga zo maar door. Iets dat diep van binnen zit dat houd je niet aan de binnenkant immers, dat komt eruit. Of zoals Jakobus het in het Nieuwe Testament schrijft: ‘Zo is het ook met geloven: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood.’ Jezus noemt dit geloven opnieuw geboren worden en een andere schepping worden en dat ga je zien. Dat kan niet anders, want je kunt niet anders zijn dan je bent geworden als dit in je leven gebeurt. Geloven verandert dus mensen. Het verandert mensen ten goede. Dat is wat de Bijbel leert.
Dat is de theorie, maar zie je dit dan ook in de praktijk? Helaas moeten we concluderen dat dit lang niet altijd zo is. De verwijten van onze tegenstanders zijn wat dat betreft lang niet altijd onterecht. We doen niet automatisch wat onze Heer van ons vraagt en we maken lang niet altijd waar wat het geloof ons voorhoudt. Dat is kennelijk ook iets van alle tijden, getuige het bovenstaande vers van Jakobus. Maar waar zit hem dat in? Wat bepaalt of je van geloven ook echt een anders mens wordt? Het zit in ieder geval niet in een idee of in een boek. Ook zit het niet in een belijdenis. Het zit in een persoon. Het is afhankelijk van de Heer Jezus Christus. In Hem, leert de Bijbel, zijn wij nieuwe mensen geworden en door Hem worden we vervuld van zijn Heilige Geest. En alleen zo kunnen we veranderen en nieuwe mensen zijn in ons leven. We zijn enkel door de Heer in staat om van ons geloof werk te maken en onszelf te verbeteren.
Laat ik dat concreet maken door mezelf als voorbeeld te nemen. Ik heb namelijk zelf de waarheid hiervan in mijn eigen leven ervaren. Ik ben een beter mens geworden omdat ik in Jezus geloof. Zo ben ik van mezelf materialistisch en weinig met mensen begaan. Ik kan ook heel hard en meedogenloos zijn in mijn oordeel over anderen. Dat zit in mij. Ik weet dat, want ik ken mezelf en ik vind dat absoluut geen mooie eigenschappen. Maar prijs de Heer, want doordat ik Jezus in mijn leven heb en zijn Geest in mij werkt ben ik een totaal ander mens geworden. Door geloof kan ik zeggen dat ik nu niet veel meer geef om status en hebben en pronken. Daarbij leef ik nu met mensen mee en bid veel voor anderen. Mijn medemens gaat mij aan het hart. Ik ben nog steeds niet erg attent, maar laten we zeggen dat ik op dit gebied nog groeimogelijkheden heb. En wat betreft mijn harde oordeel over een ander? Dat is ook bijna helemaal weg. Ik betrap me er heel af en toe nog wel eens op als ik moe ben of chagerijnig, maar anders nooit meer. Dit alles heeft de Heer van mij afgenomen. En dit is mogelijk omdat ik op mijn zeventiende realiseerde dat ik het niet zelf kon, maar ook niet hoefde. Als ik me overgaf en Jezus de ruimte gaf, dan zou Hij het doen. En dát heeft van mij echt een ander, beter mens gemaakt. Een mooier mens. En ik groei nog dagelijks.
In Christus ben ik kortom niet meer wat ik zonder Hem was geweest. Ik ben daar ontzettend dankbaar voor. En uiteraard ben ik niet perfect. Verre van, maar ik kom verder en groei verder door de kracht van zijn Geest. Word je dus een beter mens door te geloven? Ja, mits geloven betekent dat je een relatie hebt met Christus en je het Hem in jou laat doen. Dan zul je anders worden en een echte nieuwe schepping zijn voor iedereen om te zien en de zegen van te ontvangen.
NB: dit artikel is eigendom van Roelof Ham. Niets hieruit mag zomaar overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden, tenzij met toestemming van de auteur zelf. Het spreekt vanzelf dat er altijd naar verwezen mag worden in andere publicaties, links en dergelijke, mits volgens de daarvoor gangbare regels van bronvermelding. Neem bij twijfel eerst contact op met de auteur (zie contact).