Als het stormt in de VS, dan duurt het maar even of het regent hier. Dat is niet alleen een meteorologische wetmatigheid, maar ook een die overdrachtelijk opgaat voor christelijk Nederland vandaag de dag. Het is vaak slechts een kwestie van tijd voordat zaken die spelen in de protestantse wereld van de VS, in iets mildere vorm overkomen naar Nederland. Een van de nieuwste trends die van over de plas is overgewaaid is deconstruction, wat mooi rechtstreeks vertaald naar het Nederlandse ‘deconstructie’.
Wat is deconstructie? Deconstructie is het proces waarbij je als gelovige de onderdelen van je geloof afbreekt tot op de bodem om al deze tegen het licht te houden en te kijken wat behouden blijft. Zo tracht je te ontdekken wat echt waar en blijvend van waarde is. Volgens het Nederlands Dagblad is dit begonnen met een Canadese voorganger die dit proces als een uitdaging voor zichzelf aanging en daarover berichtte op sociale media.[1] Dit werd vervolgens overgenomen door anderen en zie hier: de geboorte van een beweging. Zo zijn een aantal bekende Amerikaanse christelijke artiesten (Rett McLaughlin, Josh Harris, Jonathan Steingard bijvoorbeeld) tot deconstructie overgegaan. Ze hebben hun traditionele en Bijbelgetrouwe geloof losgelaten en zijn van hun geloof gevallen of zijn vrijzinnig en progressief geworden. Er is inmiddels zelfs een term voor deze mensen: ‘exvangelicals’. En nu zijn er dus ook Nederlandse gelovigen bezig met deconstructie. Maar is dat een probleem of niet? Immers wat is er mis mee om je geloof te bevragen en te onderzoeken? Kun je daar niet ook sterker uitkomen? Als je geloof werkelijk iets voorstelt, dan moet het toch tegen een stootje kunnen? Kortom, is deconstructie een gevaar of iets om te omarmen?
Deconstructie als idee Toen ik theologie ging studeren werd ik bevraagd op mijn geloof en werd ik door mijn opleiding aangezet om mijn overtuigingen tegen het licht te houden. Je zou het een gestructureerde vorm van deconstructie kunnen noemen nog voordat ook maar iemand ervan had gehoord. Voor mij was dit geen probleem. Ik zie mijn opleiding tot op de dag van vandaag als een verrijking, juist omdat ik kon nadenken over andere manieren van geloven en afwijkende theologie. Het toetsen van mijn geloofsovertuigingen maakte mijn geloof niet zwakker, maar juist sterker. Het maakte dat ik beter begreep waarom er dwalingen waren en leerde me hoe ik een weerwoord kon formuleren. Het maakte mijn begrip en beeld van geloven juist helderder. Toch is dit niet wat deconstructie anno 2023 meestal is. Het verschil zit hem daarbij in de uitgangspunten. Wat ik deed was nadenken over mijn geloof vanuit mijn vaste, geestelijke overtuigingen. Ik trad de uitdagingen tegemoet vanuit mijn geloof in een God die de waarheid is en die deze waarheid aan ons heeft geschonken in zijn Woord, de Bijbel en bovenal in zijn Zoon Jezus Christus. Ik besefte me dat ik die kaders nodig had, want wie ben ik als mens?
Helaas gaat het hier meestal verkeerd bij deconstructie. Deconstructie begint in de praktijk vrijwel altijd vanuit onzekerheid en twijfel. De basis is daarmee niet goed, het uitgangspunt verkeerd. Deconstructie is in deze zin de christelijke variant van het postmoderne denken en het eindpunt van een ik-gericht geloof. Laat ik die twee laatste termen toelichten. Het postmoderne denken Het postmodernisme is de levensvisie van onze maatschappij. Het is een reactie op de absolute claims van de grote ideologieën van de twintigste eeuw als het fascisme en het communisme, waarmee we bedrogen zijn uitgekomen. Het postmodernisme zegt daarom dat er geen absolute en objectieve waarheid bestaat. Er zijn enkel meningen en visies. Wat waar is, is wat waar is voor jou. Waarheid hangt af van jouw omstandigheden, opvoeding en context. In een andere tijd, context en opvoeding zouden jouw waarheden anders zijn. ‘Dat is mooi voor jou, maar niet voor mij’, is een voorbeeld van een echte postmoderne uitspraak. Ons denken over gender is hier een uiting van, evenals de oproep in veel kerken vandaag de dag dat we niet moeten of mogen oordelen. Immers, wie kan zeggen wat waar is? Alleen God, dus laten wij zwijgen en elkaar vrij laten. En ieder doet wat goed is in eigen ogen. Het ik-gerichte geloof Een bijkomend probleem is de centrale plek die het ik inneemt in ons geloof en onze beleving daarvan als moderne christenen. Gekscherend zeg ik wel eens dat tegenwoordig het motto van veel gelovigen neerkomt op: ik en mijn God. In die volgorde. Het Opwekkingsnummer ‘Heer, U bent welkom in ons midden’ is een sprekende illustratie hiervan. God is welkom bij ons zegt dit lied. Dat beslissen wij dus door dit te zingen, in plaats van dat wij welkom zijn bij Hem en wij Hem op onze knieën mogen danken dat Hij naar ons omziet. God dient ons, zo klinkt het ook uit de mond van veel populaire predikers. Want met God word jij gelukkig in jouw leven. Met God kun jij bereiken wat je wilt, worden wat jij wilt, doen wat jij wilt, omdat God daarvoor zal zorgen. God als jouw grote, persoonlijke therapeut, God als de Weldoener en de Sinterklaas die jouw wensen vervuld, zowel in het materiële, als op het vlak van relaties en gezondheid en wat dies meer zij. En de keuze voor een kerk heeft vandaag de dag ook alles met onszelf te maken. Wij gaan naar gemeentes waar wij ons lekker voelen, waar wij iets beleven. We vragen ons af of de plek waar we kerken ons iets te bieden heeft en of wij er iets kunnen halen. Nog maar weinigen stellen de vraag wat wij er zouden kunnen geven aan de ander en de wereld.
Deconstructie als christelijk eindpunt van deze ontwikkelingen Deconstructie is het logische eindpunt van deze ontwikkelingen. Het afbreken van je geloof om het te onderzoeken naar haar merites in deconstructie, is namelijk niet gebaseerd op kaders gegeven door de absolute God, maar op het geloof in mijzelf en mijn intellect. Het criterium is vrijwel zonder uitzondering: wat vind ik waar? Wat vind ik werken voor mij? Wat kan ik er mee? Geloof ik dat wel? Ziet u het terugkerende woord in deze vragen? Uiteraard levert het stellen van dit soort vragen antwoorden op, maar je hebt er niets aan. Al deze antwoorden beginnen namelijk niet bij God, noch bij zijn Woord of bij zijn wil, maar bij jou en geloof in jouw intellect en kunnen. Het zijn menselijke antwoorden. Maar in de mens is geen waarheid (in zoverre hebben de postmodernisten gelijk).
Het probleem met deconstructie is kortom dat het de mens tot norm verheft. Het gaat uit van het idee dat er iets waar moet zijn, maar maakt de eigen ervaring en overtuiging daarvoor tot maatstaf. Maar mensen zijn niet God en hoe wijs wij onszelf ook inschatten, geen van ons is alwetend. Zonder alwetendheid kunnen wij nooit tot absolute en universele waarheid komen over het Hogere en over wat goed en slecht is. Het is voor ons onmogelijk om vanuit onszelf af te wegen wat behouden kan blijven en niet, in ons geloof. Wij hebben objectieve kaders nodig en die geeft God in de Bijbel, in de openbaring van Hemzelf en het evangelie van zijn Zoon. Daarin selectief grasduinen om tot iets te komen wat jij acceptabel vindt, lost niets op. Sterker nog, ik zou er persoonlijk alleen nog maar meer verward door raken. Immers dezelfde vragen en twijfels die ik al had voordat ik aan deconstructie begon, zouden blijven bestaan (je kunt het niets zeker weten, ook na deconstructie niet), maar nu heb je geen houvast meer.
Als ik enkel tot norm en maat voor mijn waarheid ben en we niets meer delen omdat het universeel is, bestaat samen niet meer. Als er geen objectieve standaard meer is waar wij ons aan moeten houden naar elkaar en naar het Hogere, is er niets meer gemeenschappelijks. Immers jouw waarheid hoeft de mijne niet te zijn. Het maakt elke vorm van samen onmogelijk. Ook gemeenschappelijke religie en gemeentevorming zijn dan een illusie. Als niets meer objectief waar is in je geloof, waar geloof je dan nog in? Een fantasie? Jouw waarheid? Dan zijn wij inderdaad de meest betreurenswaardige mensen. Als wij de maat voor geloofswaarheden zijn, dan is ons religieuze leven een desolate, duistere diepte, zonder werkelijke betekenis. In die lege en kale afgrond wil ik niet kijken. Daarom wijs ik deconstructie af en roep ik iedereen op er verre van te blijven.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van Roelof Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op via het contactformulier.