Het is 6:30 uur en voor het in eerst in tijden heeft hij een nacht lekker geslapen. Nog even, denkt hij, terwijl hij zich omdraait om zich opnieuw weer over te geven aan de slaap die hij zo nodig heeft. Nog even maar. Gelukkig is het nog donker, dat scheelt. Hij kent zichzelf: zo gauw de dagen langer worden en het 's ochtends eerder licht is, wordt slapen moeilijker. Licht betekent dag, lijkt zijn lichaam dan te zeggen en zo gauw hij zijn ogen opendoet en licht ziet, moet hij er dan uit. Weg slaap. Maar nu, midden in die heerlijke, donkere winter heeft hij daar geen last van. Terwijl hij begint de dromen over verre oorden en warme dagen, wordt zijn slaap opeens verstoord door het geluid van kokhalzen. Meteen is hij weer wakker. Hij doet zijn ogen open. De duisternis rondom hem, maakt dat hij niets ziet. Maar des te meer hoort hij het: een geluid dat het midden houdt tussen hoesten en overgeven. Het zal toch niet? Het geluid van hoesten gaat over. Alleen het geluid van overgeven blijft en het duurt daarna maar even of hij hoort iets naar buiten komen. Vloeistof. Dan is het gelukt, schiet het door zijn hoofd. Nu moet je in actie komen, zegt zijn lichaam. Maar hij heeft geen zin. Het is koud, het is donker, hij wil slapen. Straks zoek ik het wel op, rationaliseert hij voor zichzelf. Het is waarschijnlijk maar een haarbal en als die opgedroogd zijn, zijn ze sowieso makkelijker op te scheppen met een stukje papier. Hij laat het los en nogmaals komt de slaap hem halen. Maar ook dit keer duurt het niet lang. Opnieuw wordt hij wakker, nu van geluid van iets dat schraapt over de grond. Het zal toch niet? Terwijl hij probeert vast te stellen of zijn vermoeden juist is, gaat hij rechtop zitten. Ja, het zal wel: het nieuwe kitten is aan het proberen zijn haarbal te begraven. Hygiënisch beestje wel. Ware het niet dat er laminaat ligt in de slaapkamer. Dit kan heel snel ontaarden in een enorme kliederboel. Snel doet hij het licht aan. Hij kijkt over de rand van het bed en ziet inderdaad hoe het kleine mormel aan het schrapen is over de vloer. Zuchtend staat hij op. 'Zal ik je daar even mee helpen?' Het beest maakt een klein geluidje, maar blijft fanatiek doorschrapen. Hij loopt naar de wc en pakt een rol toiletpapier. Uit de douche pakt hij het pak hygiënische doekjes met chloor. Even later zit hij op de koude slaapkamervloer met zijn vingers in de kattenkots. Het was inderdaad een haarbal. Een haarbal die inmiddels is uitgesmeerd over de hele vloer. Overal ziet hij de natte afdruk van pootjes op het witte laminaat. Hij is normaal niet vies van een beetje ranzigheid, maar zo op de nuchtere maag terwijl hij net wakker is, moet hij slikken om niet zelf ook te kokhalzen. Als alles opgeruimd is, staat hij op. Het kleine witte balletje kijkt vanaf een afstandje toe. Even meent hij te zien dat het wezen tevreden is over het werk van zijn baasje. Nee, zijn dienaar. Katten hebben immers geen baas, ze hebben personeel. Hij steekt zijn tong uit naar het monster. Het is nog geen 7:00 uur deze zaterdagmorgen, maar slapen zit er niet meer in. Terwijl hij de trap afloopt om beneden een kopje thee te zetten, schiet er een gedachte door zijn hoofd: leuk joh, zo'n kitten...
0 Opmerkingen
|
Roelof HamAuteur, vader, echtgenoot, theoloog en voorganger. Archieven
April 2022
Categorieën |