De wereld die God geschapen heeft is een hele bijzondere plek. Hoe meer je er op let, hoe meer je onder de indruk komt van de schoonheid en complexiteit van de werkelijkheid waarin wij leven. Het is in mijn ogen een groot wonder hoe alles met elkaar verweven lijkt en verband houdt. Het feit alleen al dat wij überhaupt onze werkelijkheid kunnen begrijpen en doorgronden middels wetenschap, is een groot wonder op zich. Dat had immers net zo goed anders kunnen zijn. De werkelijkheid waarin wij leven had ook oneindig veel ingewikkelder en complexer kunnen zijn dan wij hadden kunnen begrijpen en doorgronden met ons menselijk intellect. Waarom niet? Toch is dat niet zo. Wij kunnen de werkelijkheid van ons bestaan verstaan, doorgronden en onderzoeken. En dat gaat heel ver: zelfs de natuurwetten, die de basis vormen van alles wat we zien en ervaren, zijn uiteindelijk te omschrijven in wiskundige formules die mooi zijn in hun elegantie en (relatieve) eenvoud (zie bijvoorbeeld dit interview met beroemd theoretisch natuurkundige Mizio Kaku). Dat is voor mij als christen een van de sterkste buitenbijbelse aanwijzingen dat er een God en Schepper bestaat. Voor mij is een geordend universum dat door mensen begrepen kan worden, een indicatie van een Schepper en een Ontwerper die bewust het zo heeft gemaakt dat wij daarin een aanwijzing voor zijn bestaan zouden kunnen vinden. De Bijbel leert in dit verband ook dat wij gemaakt zijn in het beeld van God en dus ook in dit opzicht op hem lijken: wij zijn zo gemaakt dat wij het konden begrijpen en ontrafelen. Of zoals het staat verwoord in Romeinen 1: ‘zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwig kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar.’
Dit artikel heeft tot doel te beschrijven hoe uniek onze schepping dan wel niet is. Om te laten zien hoe alles precies zo is gemaakt zodat wij als mensen, samen met al het andere leven op deze planeet, hier zouden kunnen leven, groeien en bloeien. Daarmee wil ik als het ware een schilderij met woorden maken van Gods grootheid. Het doel is een illustratie van hoe uitzonderlijk onze werkelijkheid is waar God de Maker van is. En speciaal, hoe groot daarin het wonder van het leven is. Met name het hoogontwikkelde en geavanceerde leven van complexe levensvormen en de mens en haar beschavingen in het bijzonder.
Het bestaan van leven. Leven is er in vele vormen en gedaantes. De biologie classificeert deze diversiteit aan levensvormen in genera, die onderdeel zijn van families van levende wezen, die op hun beurt onderdeel zijn van orden, die verdeeld zijn over klassen. Deze klassen zijn weer verdeeld in phyla’s en phyla’s in koninkrijken. Aanvankelijk kende men slecht twee koninkrijken: die van dieren en die van de planten. Echter naarmate de wetenschappelijke kennis toenam breidde dit uit naar vijf: dieren, planten, schimmels, protozoa* en bacteriën. In de late jaren ’70 kwam daar echter nog een groep bij. Dit waren de archaea die weliswaar uiterlijk op bacteriën leken, maar qua DNA totaal anders waren. Dit leidde ertoe dat er nog een laag aan de classificatie van het leven werd toegevoegd, die van het domein. De koninkrijken werden verdeeld over drie domeinen: archaea, bacteriën en de eucarya (planten, dieren en schimmels).
Dit is van belang voor dit artikel, omdat met name deze archaea ons hebben geleerd dat het leven veel sterker en flexibeler is dan lange tijd aangenomen werd. Er zijn namelijk naast de ‘reguliere en normale’ levensvormen, ook zogenaamde extremofielen. Dit zijn organismen die voorkomen op plekken waar je leven niet zou verwachten; diep in de oceaan bijvoorbeeld, of in geisers en vulkanische poelen. Veel van deze extreme levensvormen zijn archaea. Archaea kunnen voorkomen kilometers diep in de aardbodem en binnen in gesteenten. Ze komen voor op plekken waar geen zuurstof is, geen zonlicht, op plaatsen waar de druk enorm hoog is, op plaatsen die te zuur of te base zijn voor leven. Zelfs bij temperaturen die kunnen oplopen naar ongeveer 200 graden Celsius, zo is de schatting van wetenschappers. Er zijn zelfs extremofielen gevonden in ijsbergen en zee-ijs. Het leven is dus veel sterker en flexibeler dan velen ooit dachten en dat zien sommigen als een bewijs dat het leven zelf, dus niet zo heel bijzonder is. Het is waarschijnlijk veel wijder verspreid en flexibeler dan ooit werd aangenomen, zo schatten zij in.
Er is echter een grote maar in deze redenering, want hoewel eenvoudig leven, als archaea, heel sterk en flexibel is en onder vele omstandigheden kan voorkomen, ligt dat voor hogere en complexere levensvormen geheel anders. Voor dieren, planten en mensen is dit veel ingewikkelder. Zelfs voor de meest eenvoudige meercellige diertjes, zijn er veel nauwere condities voor leven. Dat leven heeft bijvoorbeeld vloeibaar water nodig, zuurstof (hoewel dat in theorie ook iets anders kan zijn) en temperaturen die niet hoger zijn dan 50 Celsius. En dan laten we nog buiten beschouwing dat voor de menselijke beschaving die wij hebben opgebouwd, nog striktere voorwaarden zijn. Naast de juiste voorwaarden voor de mens om te kunnen leven, moet er daarvoor ook een grote mate van stabiliteit zijn in de wereld waarin de mens dat leven leeft: stabiliteit van klimaat, van activiteit van de zon, temperatuur, enz., enz.
Allemaal voorwaarden die ‘toevallig’ op aarde voor handen zijn.
De bewoonbare zone. Een van deze voorwaarden noemen wij de bewoonbare zone rond een ster. Onze aarde bevindt zich in het zonnestelsel, waar zij samen met zeven andere planeten rondom onze ster, de zon, draait. Zij is daarmee een voorbeeld van vele, vele andere planeten die in hun eigen zonnestelsel ronddraaien rond hun eigen ster. Hoewel er in ons zonnestelsel dus acht planeten zijn is er buiten de aarde, voor zover wij weten, geen andere planeet waar er leven te vinden is. Dit heeft te maken met wat wetenschappers de bewoonbare zone rond een ster, noemen. Deze bewoonbare zone is het gebied, de regio rondom een ster waarin vloeibaar water zou kunnen voorkomen en waar er oceanen zouden kunnen zijn die niet bevriezen door te lage temperaturen en die niet gaan koken door te hoge temperaturen. Buiten deze bewoonbare zone zijn de temperaturen of te laag, of te hoog daarvoor. Niet dat er helemaal geen leven kan voorkomen, zeker niet als je rekening houdt met de eerder genoemde extremofielen, maar hoger ontwikkeld en complexer leven is wel nauw aan deze voorwaarden verbonden. Daarbij heeft iedere ster ook een zogenaamde continue bewoonbare zone, want sterren variëren in helderheid en sterkte door hun levenscyclus heen. De zon bijvoorbeeld is nu 30% sterker dan in haar begintijd. De bewoonbare zone schuift daarmee dus ook op. Voor onze zon is de continue bewoonbare zone berekend op 0,95 en 1,15 AU (1 AU is afstand van de aarde naar de zon, 93 miljoen mijlen). Een afstand waarbinnen onze aarde voor het overgrote deel van de levensduur van de zon viel en zal vallen. Dit geldt niet voor Mars en Venus, onze directe planetaire buren. Toeval? Het lijkt me niet.
Onze zon zelf is ook heel bijzonder. Zo is onze zon een stabiele ster in haar output van energie. Dat is geen vanzelfsprekendheid. Er zijn ook sterren die onregelmatig zijn in hun activiteit. Rond die sterren zou de bewoonbare zone een grillig karakter kunnen hebben, die varieert met de tijd. Dit is natuurlijk niet bevorderlijk voor hogere levensvormen. Nog afgezien van de straling die bij onregelmatig schijnende sterren vrij kan komen en die dodelijk kan zijn voor alle leven. Onze zon kent dit echter niet. Verder is onze zon ook de juiste grootte. Een iets grotere zon zou al veel sneller uitdijen en helderder worden dan onze zon en zo de regio waar de aarde zich in bevindt, ongeschikt maken voor leven zoals we dat kennen. Juist dat onze zon, onze zon is, maakt dat het leven hier kan bloeien over lange tijd. Daarbij is combinatie van grootte, stabiliteit en mate van straling vrij uitzonderlijk in onze zon.
Het bijzondere zonnestelsel. Onze zonnestelsel met zijn acht planeten, tientallen manen, de zon, de Kuyper-gordel en de Wolk van Oort, bevindt zich in een sterrenstelsel bestaande uit miljarden en miljarden andere sterren, die samen één geheel vormen. Dit sterrenstelsel heet de Melkweg en is een zogenaamd spiraalvormig sterrenstelsel. Dit sterrenstelsel is qua vorm het beste te omschrijven is als een platte disk met in het midden een verdikking als een bol en armen die daarom heen draaien. Ons zonnestelsel bevindt zich in een van de armen van de Melkweg op ongeveer 26.000 lichtjaren van het centrum. Het is wel eens zo gezegd: als onze Melkweg een grote metropool is dan bevindt zich ons zonnestelsel ergens in de buitenste voorsteden. In het centrum van de Melkweg zijn er vele, vele sterren die relatief dicht op elkaar staan. Dat zorgt voor veel activiteit en straling. Want, zoals ik in de vorige paragraaf al omschreef, sterren stralen energie uit en veel van die energie is schadelijk voor het leven. Lang niet alle sterren zijn daarbij zo stabiel in hun output als onze zon. Er zijn allerlei verschillende soorten sterren en sommige van die sterren zijn zelfs heel gevaarlijk voor leven, omdat ze straling uitstoten die planeten kan steriliseren. En in dit geval geldt de simpele regel: hoe meer sterren op een hoop, hoe groter de kans dat een planeet geraakt wordt door deze gevaarlijke stralingen. Daarnaast ontploffen sterren soms als ze aan het eind van hun leven gekomen zijn (supernova’s). Ook dat kan gepaard gaan met gevaarlijke straling, nog afgezien van de effecten van de explosie zelf, die ook schadelijk is voor leven. En zelfs als een ster ontploft, blijft er nog een kern over en dat wat overblijft is, afhankelijk van de grootte en samenstelling van de ster die ontploft is, soms ook gevaarlijk; de meest gevaarlijke voorwerpen in het heelal voor leven, zijn het product van supernova’s (zwarte gaten, quasar’s, etc.). Ook hierbij geldt dezelfde eerder aangehaalde regel: hoe meer sterren dicht op elkaar, hoe groter de kans op de schadelijke effecten hiervan. Onze ster bevindt zich echter aan de rand, ergens achteraf in de Melkweg. In onze buurt zijn niet veel andere sterren en al helemaal niet veel die gevaarlijke straling uitzenden, dan wel ontploffen in een supernova. Dit zorgt voor een stabiel leefklimaat op onze planeet. Als wij constant gebombardeerd werden met schadelijke stralingen en de effecten van supernova’s, als wij om ons overal zwarte gaten hadden die met hun enorme zwaartekracht allerlei stabiele processen verstoorden (bijvoorbeeld onze vaste baan om de zon), dan zou leven, zeker hoogontwikkeld leven in een beschaving als de onze, totaal onmogelijk zijn. Juist dat we zo ver liggen van die actievere kern van ons sterrenstelsel is een voordeel.
Tegelijkertijd liggen we ook weer niet te ver van de kern. De natuurwetten van ons heelal werken namelijk zo dat als ons zonnestelsel nog verder naar buiten zou zijn geplaatst, onze planeet weinig zware metalen zou bevatten. Zonder deze metalen hadden wij dan geen vloeibare kern die zorgt voor plaattektoniek en een magnetisch veld. Dit, zullen we zien in de volgende paragraaf, is een verdere unieke voorwaarde voor het leven op onze planeet zoals wij dat kennen.
Zo blijkt dus dat ook de ligging van ons zonnestelsel zelf essentieel is voor het leven. Juist dat we ons bevinden waar we ons bevinden, maakt het leven en vooral ook het stabiele leven dat tot beschaving leidt, mogelijk. Lagen wij dichter bij de veel actievere kern van ons sterrenstelsel of verder weg naar buiten, dan was dat veel minder vanzelfsprekend en misschien wel onmogelijk. Gods grote wonder.
Onze grote buur Jupiter. Een ander grote bedreiging voor leven is de mogelijkheid van de inslag van astroïden, planetoïden en kometen. Dat dit gebeurt zien we aan de kraters van de maan, kraters op onze eigen aarde en in 1994 zagen we het letterlijk gebeuren op Jupiter met de inslag van de komeet Shoemaker-Levy 9. Deze inslagen kunnen variëren in grootte en intensiteit. Een kleine inslag heeft niet veel effect, maar grote inslagen kunnen leven vernietigen en planeten steriliseren. Wij hebben echter een grote buurplaneet Jupiter die de kans en frequentie van deze inslagen veel lager maakt. Deze gasplaneet, de grootste planeet in zonnestelsel, werkt als een stofzuiger voor rondvliegend ruimtepuin. Het zwaartekrachtveld van deze planeet is zo groot dat vele asteroïden en kometen worden afgebogen of aangetrokken door Jupiter. Zo voorkomt Jupiter dat deze de binnenste planeten van ons zonnestelsel bereiken, waar onze aarde zich bevindt. Ook dit is een onderdeel in het grote geheel dat de aarde als planeet en thuis uniek maakt.
De bijzondere aarde. Ook onze aarde zelf is een hele uitzonderlijke plek in het heelal. Het is voor zover wij weten, de enige plek waar het leven in al zijn diversiteit en complexiteit voorkomt. Het is de enige plek waar mensen samenleven en een beschaving vormen. Het is ons thuis. Toch beseffen we vaak niet hoe bijzonder deze kleine blauwe planeet is.
Dat de aarde een veilig thuis is voor ons, is het gevolg van het samenkomen van de juiste voorwaarden en omstandigheden. Precies de combinatie daarvan maakt onze aarde zo bijzonder. Zo is de aarde als planeet van de juiste grootte. Zeker in verhouding tot onze zon en haar samenstelling. Op een kleinere aarde was de totale massa van de planeet te klein om een atmosfeer vast te houden en kon de kleinere massa negatieve invloed hebben op vulkanische activiteit, plaattektoniek en het magnetische veld. Onze veel kleinere directe buur, Mars, is daar een goed voorbeeld van. Ook de samenstelling van de aarde is precies goed voor leven en de ontwikkeling daarvan in een beschaving. Zo is er precies genoeg CO2 op aarde. Meer en de planeet zou ontsporen in een op hol geslagen broeikaseffect, zoals op Venus. Te weinig en de planeet zou niet genoeg opwarmen voor leven, zoals op Mars. Verder heeft de aarde veel vloeibaar water, voor zover wij weten een van de essentiële voorwaarden voor leven. Daarnaast is de hellingshoek van de aarde, precies goed. De hoek van 23,45 graden maakt de seizoenen mogelijk op aarde. Deze dempt de extremen in temperatuur en zorgt voor een verdeling van warmte en kou op aarde. Ook dat is bevorderlijk voor het leven op aarde, zeker voor mensen die zich willen ontwikkelen in beschaving en maatschappijen. Een gematigd en stabiel klimaat door het jaar heen is daarbij van groot belang.
Daarbij heeft de aarde één zeer belangrijke en vaak onderschatte factor die stabiel leven mogelijk maakt: de vloeibare kern. De aarde heeft deze vloeibare kern door de aanwezigheid van de juiste hoeveelheid zware metalen en nucleair materiaal. Was dat niet of in niet de juiste verhouding aanwezig, dan hadden wij die niet. Deze vloeibare kern doet twee hele belangrijke dingen voor het leven op onze planeet. Ten eerste zorgt het voor een magnetische veld om de aarde heen. Dit magnetische veld dat door de aardkern wordt opgewekt, zorgt ervoor dat schadelijke straling niet het oppervlak van onze planeet bereikt. Onze planeet wordt namelijk voortdurend geraakt door allerlei vormen van gevaarlijke straling van onze eigen zon, maar ook van andere sterren uit verder weg gelegen delen van de ruimte. Deze straling is schadelijk voor leven. Het kan DNA beschadigen, alsmede het risico op verschillende ziektes verhogen. Astronauten die zich buiten het beschermende veld van de aarde bevinden, kunnen bijvoorbeeld staar ontwikkelen door de invloed van kosmisch schadelijke straling. Ook het risico op sommige vormen van kanker is hoger als gevolg van de schadelijke straling in de ruimte. Er zijn geleerden die zelfs vermoeden dat het magnetische veld van de aarde belangrijk is voor het vasthouden van onze atmosfeer. Zonder dit veld zou onze atmosfeer als gevolg van de zonnewind langzaamaan verdwijnen. Op Mars zou dit de verklaring kunnen zijn voor de dunne en ijle atmosfeer daar. Mars bezit immers geen vloeibare kern en dus ook niet zo’n sterk magnetisch veld als de aarde. Ten tweede zorgt de vloeibare kern voor het systeem van plaattektoniek. Dit houdt in dat het oppervlak van de aarde in beweging is: grote platen drijven op een vloeibare mantel en schuiven over elkaar, onder elkaar en tegen elkaar. Dit zorgt voor allerlei natuurverschijnselen als bergketens, vulkanen, aardbevingen e.d., maar het heeft daarnaast ook een regulerend effect. Zo zorgt het voor evenwicht en verdeling van allerlei mineralen en stoffen op aarde. Plaattektoniek is ook van belang voor de verdeling van CO2, want het draagt ook bij aan een evenwicht daarin. Dat is belangrijk, want teveel CO2 zorgt voor een op hol geslagen broeikaseffect, te weinig CO2 zou betekenen dat onze aarde zou bevriezen en zou veranderen in een levenloze ijsbal. De schuivende platen houden het midden daarbij vast. Daarnaast zouden zonder plaattektoniek alle continenten langzaamaan weg eroderen door de invloed van weer en water, wat ook voor ons mensen geen goede zaak is.
Onze uniek maan Tot slot nog iets over onze maan. De aarde bezit namelijk een voor haar grootte een veel te grote maan. Hoe meer we van het heelal en allerlei planeten daarin weten, hoe meer we er achter komen hoe uitzonderlijk dit is. Niet alleen hebben onze eigen buren geen manen als de onze, maar zover wij nu kunnen inschatten hebben met name vooral grote buitenplaneten echte manen. Kleine binnenplaneten niet. Toch is onze maan heel belangrijk voor het leven op onze planeet, omdat zij zorgt voor stabiliteit in de draaiing en hoek van de aardas. Eerder schreef ik al dat de hellingshoek van de aarde seizoenen mogelijk maakt en daarmee bijdraagt aan matiging van extreme in de temperatuur op een groot deel van de planeet. Zonder de maan echter was deze hellingshoek niet stabiel, maar zou onze planeet heen en weer worden ‘getrokken’ in haar hellingshoek door de invloed van de zwaartekracht van de zon en Jupiter. De maan voorkomt dat en het lijkt erop dat dit ook precies zo moet zijn zoals het nu is, om dit te laten functioneren. Als de maan kleiner was of een eind verder weg, had zij dit effect niet. Als de aarde dichter bij de zon stond, was het effect lang niet zo sterk. Ter voorbeeld: Mars, onze buurplaneet die slechts twee kleine satellietmaantjes kent van ongeveer 10 kilometer doorsnede, heeft schommelingen gekend van meer dan 45 graden in haar stand ten opzichte van de zon. Dat zou voor het leven op aarde ingrijpende gevolgen hebben. Dit stabiliserende proces van de maan blijft nog miljarden jaren zo voortgaan.
Conclusie De schepping van God en het leven op deze aarde, is een zeer uniek geheel. Alles klopt tot in de details. Was er iets ook maar een klein beetje anders, dan was de schepping zoals wij hem kennen op deze planeet niet mogelijk geweest. Eenvoudig leven, zeker in de vorm van extremofielen, zou onder variërende omstandigheden wellicht kunnen overleven en misschien zelfs wel kunnen opbloeien, maar complexere levensvormen als dieren en planten niet. Laat staan de mens en de beschaving die wij hebben opgebouwd. Gods grootheid heeft het echter zo gemaakt dat alles klopte.
Zo hebben wij gezien dat de aarde op precies de juiste plek ligt in het zonnestelsel. De zon heeft precies de juiste grootte en is qua samenstelling en type ster stabiel en gunstig voor leven. Jupiter, als onze grote broer, beschermt ons voor al te veel inslagen van ruimtepuin. Ruimtepuin dat in het ergste geval het leven op aarde kan vernietiging. Het zonnestelsel waar wij bij horen ligt op haar beurt weer precies op de juiste plek in de Melkweg. Verder weg van de kern en er zouden niet voldoende metalen zijn om een vloeibare kern mogelijk te maken. Dichter bij de kern van de Melkweg en de kans dat de aarde door kosmische stralingen en de schadelijke effecten van andere sterren, supernova’s en zwarte gaten getroffen zou worden, zou veel groter zijn. Dan is er onze planeet zelf. Die heeft de precies de juiste grootte en hellingshoek voor een stabiel klimaat, een juiste atmosfeer en de verdeling van warmte die de gematigde temperaturen mogelijk maakt die zo goed zijn voor het leven dat wij leiden. Zij bezit een vloeibare kern die zorgt voor een beschermend magnetisch veld en de regulerende werking van plaattektoniek. En tot slot de maan, die uitzonderlijk is voor een planeet als de onze. Het feit dat wij juist onze grote maan hebben als kosmische metgezel, maakt dat de aarde stabiel blijft in haar hellingshoek naar de zon, zodat er daardoor een positieve werking op het leven en de groei en ontwikkeling daarvan, uitgaat. Deze werking is alleen mogelijk bij de samenstelling en afstanden die er nu zijn.
De kans dat dit allemaal toevallig zo zou zijn ontstaan en in aanzijn gekomen zou zijn, is, alles in ogenschouw nemend, uiterst klein. Daar moet wel iets of iemand achter zitten. Toevallige omstandigheden en verklaringen als enkel evolutie, zijn voor mij te mager. Dat vraagt in mijn ogen een groter geloof dan wat ik kan opbrengen. En hoewel ik geen wetenschapper ben, geen astrobioloog, geen astronoom, geoloog of bioloog, en ik dus niet kan zeggen dat ik dit allemaal volledig doorgrondt, is dit alles voor mij een hele duidelijke aanwijzing voor het bestaan van een hogere Macht. Gods plan zien wij dagelijks om ons heen in uitvoering en we hebben het vaak niet eens door! Het is al met al, als je het zo op je in laat werken, met recht een groot wonder. Een groot wonder van God, die het allemaal zo gemaakt en bedacht heeft.
* Het koninkrijk van de protozoa bestaat inmiddels niet meer, het is door nieuwe wetenschappelijke inzichten achterhaald.
De (wetenschappelijk) informatie in dit artikel is voor een groot deel gebaseerd op het boek ‘Rare Earth’ van Peter D. Ward en Donald Brownlee.
NB: dit artikel is eigendom van Roelof Ham. Niets hieruit mag zomaar overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden, tenzij met toestemming van de auteur zelf. Het spreekt vanzelf dat er altijd naar verwezen mag worden in andere publicaties, links en dergelijke, mits volgens de daarvoor gangbare regels van bronvermelding. Neem bij twijfel eerst contact op met de auteur (zie contact).