‘Dominee, ik kom er niet meer uit. De een zegt dat Tom de Wal niet goed is en de ander zegt dat hij geweldig is, want er gebeuren zoveel wonderen. Wat moet ik nou?’ Deze concrete vraag werd mij nog niet zolang geleden gesteld en ik vind die tekenend voor deze tijd, omdat het krachtig en helder weergeeft waar wij als christenen mee hebben te worstelen vandaag de dag. Er komt immers veel op ons af in (nieuwe) beweging, stromingen, bedieningen en leringen. En dat roept de vraag op: hoe bepaal ik of iets van God is of niet? Wie of wat bepaalt dat?
Evangelische verwarring Vooral op het evangelische erf is dit een issue, omdat daar zoveel nieuwe bewegingen en ideeën ontstaan. Vaak wordt er bij de opkomst van zoiets nieuws gekeken naar of het werkt en effect heeft. Bijbels gezegd: we kijken naar de vrucht. Zo immers herkennen we de boom (zie bijvoorbeeld Lukas 6 en Matteüs 7). Het argument is dan dat God vrij is om te werken zoals Hij wil en dat Hij niet gebonden kan zijn aan onze beperkte visie van Hem. De Geest is immers als de wind (zie Johannes 3 vers 8) en de wind waait waar Hij wil. Die kun je niet in een doosje doen of afbakenen. Afgezien van de vraag of dit is wat dit vers daadwerkelijk wil zeggen, is dan dus de essentie: daar waar iets nieuws en bijzonders of spectaculairs gebeurt, daar waar mensen bijvoorbeeld genezen, daar waar bevrijding plaatsvindt en daar waar groei is en intense beleving (in zogenaamde bijzondere ‘uitingen van de Geest’), daar is de Gods Geest aan het werk, daar rust de zegen van God op. De vrucht waaraan we menen de boom te kunnen herkennen wordt aldus gedefinieerd.
Maar dit is niet juist.
Lees verder om te ontdekken waarom.
De misleiding van tekenen en wonderen Jezus spreekt in Matteüs 24 over de komst van valse messiassen en profeten als een waarschuwing voor zijn volgelingen op weg naar zijn terugkomst. Hij spreekt over de vele tekenen en wonderen die zij zullen doen: ‘Want er zullen valse messiassen en valse profeten komen, die indrukwekkende tekenen en wonderen zullen verrichten om ook Gods uitverkorenen zo mogelijk te misleiden (Mt. 24: 24).’ Jezus voegt daar vervolgens waarschuwend aan toe: ‘Let op, ik heb het jullie van tevoren gezegd (Mt. 24: 25).’ Kennelijk is dus het voorkomen van tekenen en wonderen niet per definitie het bewijs van Gods hand en werk. Ook valse messiassen en profeten bedienen zich hiervan, zegt onze Heer zelf. Dit is ook niet zo vreemd als je beseft dat al deze zogenaamde messiassen en valse profeten een voorafspiegeling zijn van degene die ooit gaat komen: de Antichrist (het beest) die zal worden ondersteund door een valse profeet (het tweede beest van de valse religie). Zij zullen de wereld juist verleiden met grote tekenen en wonderen. 2 Tessalonicenzen 2: 9 en 10 waarschuwen: ‘De komst van de wetteloze mens (dat is de Antichrist) is het werk van satan en gaat gepaard met groot machtsvertoon en valse tekenen en wonderen, en allen die verloren gaan zal hij met zijn kwaadaardigheid verleiden.’ Openbaring 13 licht dit verder toe. Vanaf vers 13 lezen we over het tweede beest en de valse religie van de Grote Verdrukking: ‘Het verrichte indrukwekkende tekenen, het liet voor de ogen van de mensen zelfs vuur uit de hemel neerdalen op de aarde. Het wist de mensen die op aarde leven te misleiden door de tekenen die het voor de ogen van het eerste beest (de Antichrist) kon verrichten.’ We lezen daarbij zelfs van een beeld dat kan praten en waar alle mensen voor moeten knielen.
We moeten kortom niet naar tekenen en wonderen kijken bij onze weging. Ja, ware bedieningen en uitingen worden ook ondersteund door tekenen en wonderen, maar het draait daar niet om. Je moet achter de tekenen en wonderen kijken om te onderscheiden of iets goed is of niet.
De Bijbel als toetssteen Een scherpe lezer heeft inmiddels door wat ik hierboven gedaan heb. Ik heb het argument van tekenen en wonderen als toetssteen ontkracht door de Schrift, Gods Woord, te laten spreken. Daarmee heb ik direct weggegeven wat naar mijn opvatting dan wel de ware toetssteen is voor het afwegen van bewegingen, stromingen, bedieningen en leringen op het christelijke erf: de Bijbel.
Waarom? Omdat de Bijbel het geopenbaarde Woord van God is voor ons leven. Alles wat we moeten weten over God, wie Hij is en wat Hij vraagt, staat daarin. Paulus is duidelijk als Hij over de Schrift spreekt in 2 Tim. 3: 16: ‘Elke Schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.’ God heeft de Schriften van de Bijbel ‘geïnspireerd’ (Grieks letterlijk ‘ingeblazen’ met zijn Geest) en dát maakt het de autoriteit voor alles.
Succes, leringen, geestuitingen en andere manifestaties Wat zich aandient op het christelijke erf moet daarom getoetst worden aan Gods Woord. Alles wat daarbinnen niet past, wat daarbuiten treedt en iets toevoegt, of iets aan de inhoud van de Woord afdoet, moet worden afgewezen. In Galaten 1: 8 is Paulus zo duidelijk als maar kan: ‘Wanneer iemand iets verkondigt dat in strijd is met wat ik u verkondigd heb, al was ik het zelf of een engel uit de hemel – vervloekt is hij!’ Zelfs al lijkt het hemels en zijn het engelen die het nieuwe komen brengen in dromen, visioenen en openbaringen, zo gauw het niet overeenkomt het goede Woord van God (in de brieven van Paulus, maar uiteindelijk in alle boeken van de Bijbel samen), moet het worden afgewezen. In Openbaring 22 staat wat dat betreft iets heel treffends. In relatie tot de inhoud van het boek wordt daar gezegd: ‘Ik verklaar tegenover eenieder die de profetie van dit boek hoort: als iemand er iets aan toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek beschreven zijn; en als iemand iets afneemt van wat in het boek van deze profetie staat, zal God hem zijn deel afnemen van de levensboom en van de heilige stad, zoals die in dit boek beschreven zijn (Opb. 22: 18 & 19).’ Wat mij betreft kan deze passage evenzo van toepassing worden verklaard op de rest van de Schrift. Ook dat is immers Gods Woord waarin Hij zichzelf openbaart en daar mogen wij net zomin aankomen, noch aan afdoen of aan toevoegen.
Als we spreken over allerlei moderne opvattingen van geloof, over geestuitingen, manifestaties en leringen dan is de Bijbel de enige toetssteen. We moeten dan vragen: komt wat we zien in de Bijbel voor? Of gaat het er tegenin? En bovenal: wat zegt en beweert iemand? Wat verkondigt een kerk, een spreker, een beweging? Is dát in overeenstemming met Gods geopenbaarde Woord en het evangelie van Jezus in het bijzonder, of niet? Wat er daarbij gebeurt aan wonderen en tekenen is niet primair relevant. Worden Schriftteksten verdraaid, wordt er toegevoegd aan het Woord, wordt er afgedaan aan Gods wijsheid daarin? Daar gaat het om.
Wat dat concreet betekent voor alle mogelijke winden van leer, uitingen en moderne en trendy bewegingen die er op dit moment zijn in ons christelijke Nederland, voert te ver voor nu. Maar laat ik hiermee afsluiten: langs de meetlat van Gods Woord schiet veel hiervan ruim tekort. Daarom een oproep: blijf bij wat je hebt meegekregen en geleerd en waar generaties voor je hun geloof op bouwden. Sta op Gods Woord en kijk niet naar tekenen, wonderen, succes, uitingen, manifestaties of iets anders. De al dan niet goede vrucht ligt in de omgang met Gods Woord en in niets anders.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van Roelof Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op via het contactformulier.