De Gemeente van Jezus in het Nieuwe Testament De Bijbel is duidelijk als het aankomt op het belang van gemeente zijn. Het spreekt beeldend over de kracht van de gemeenschap van geloof. In 1 Kor. 12 lezen we vanaf vers 12 bijvoorbeeld: ‘Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er vele zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; wij allen zijn van één Geest doordrenkt. Want ook het lichaam bestaan niet uit een lid, maar uit vele… Samen bent u het namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk zijn leden.’ De Gemeente is een lichaam dat uit verschillende delen bestaat en zo een eenheid in verscheidenheid vormt. Daarbij functioneert het lichaam alleen optimaal als alle delen samenkomen en gezamenlijk hun plek innemen binnen dat lichaam. Andere beelden die we in het Nieuwe Testament tegenkomen voor de Gemeente van Jezus zijn die van een tempel van levende stenen rond de hoeksteen Jezus (1 Petrus 2: 4-6 en Efeze 2: 21 & 22), van een priesterschap van gelovigen (1 Petrus 2: 9) en van een gezin (Efeze 2: 19). Een gelovige is kortom onderdeel van een gemeenschap en hoort daarin als priester, levende steen, lichaamsdeel en huisgenoot. Dat is de opdracht van Gods Woord.
Een zinvolle opdracht Deze opdracht is – zoals altijd bij onze God – niet zomaar uit het niets door Hem zo is ingesteld en bedacht. Zij is van fundamenteel belang en wel om twee redenen.
De kracht van de groep In het dierenrijk zien we de kracht van de groep in vele schakeringen voorbijkomen. Vissen bijvoorbeeld die in scholen zwemmen om zich te beschermen tegen roofdieren, dolfijnen en orka’s die gezamenlijk jagen om meer succes te hebben, leeuwentroepen, wolvenroedels, kuddes olifanten en ga zo maar door. Een eenzame wolf immers vangt geen bizon en een allengaande gnoe is gedoemd om opgegeten te worden. Er ligt kracht in aantallen. Dit basisgegeven in Gods schepping vinden we ook terug in hoe God het bedoeld heeft voor ons die Jezus volgen. Als kinderen van God mogen ook wij gezamenlijk achter de Heer aan om daarin kracht, bescherming, vertroosting en leiding te vinden. Daarbij geldt: hoe goddelozer de wereld wordt, hoe meer we elkaar nodig hebben. Dat is volgens mij ook een van de redenen waarom de Heer Jezus zelf al kiest voor gemeenschap in zijn tijd op aarde. Hij gaat immers niet alleen op weg, maar reist met leerlingen en als Hij ten hemel vaart, draagt Hij hen op bij elkaar te blijven in Jeruzalem (Handelingen 1: 4). Dat geeft het belang van gemeenschap aan, ook in deze veelal vijandige tijd en omgeving. Als de Heilige Geest daarna wordt uitgestort is het niet toevallig dat de Gemeente van Christus met meer dan drieduizend zielen van start gaat in Handelingen 2. Dat hoort bij Gods plan, want geloven doe je samen. Wij zijn immers hemelburgers (Fil. 3: 21) en dat maakt ons hier de vreemde eend in de bijt. De wereld haat ons hierom, dat leert ons Jezus zelf al (Johannes 15: 18 & 19), en probeer in zo’n wereld maar eens alleen staande te blijven als je uitgekotst wordt vanwege je andere ideeën over leven en dood, over seksualiteit en relaties, over spiritualiteit en verlossing en dergelijke. Ik heb helaas vaak gezien hoe gelovigen die niet met andere gelovigen optrokken, met de tijd meer en meer wereldgelijkvormig werden. Zij waren teveel in de wereld en werden zo van de wereld. Ze werden niet gevoed en ondersteund door een gezonde gemeenschap van Christus rondom hen en gingen mee in het wereldse denken. De Gemeente van Jezus is voor ons de plaats waar we veiligheid, zekerheid en voeding mogen vinden die we nodig hebben. Het is in deze zin de voorlopige invulling van de eeuwige werkelijkheid die ons te wachten staat. Daarbinnen, binnen die tempel en dat lichaam is de bescherming, troost en bemoediging van Christus die het hoofd is van de Gemeente. Het Bijbelse woord parakaleo is hiervan de sterkste uitdrukking. Dit Griekse woord komt meer dan 100 keer voor in het Nieuwe Testament en wordt gebruikt in relatie tot de gemeenschap van geloof. Het heeft ook alles te maken met de Heilige Geest, die de ‘Parakleet’ (een afgeleide van dit woord) wordt genoemd. In het Nederlands is dit vertaald met ‘Trooster’ (HSV) en ‘Pleitbezorger’ (NBV). Parakaleo in de gemeenschap van broeders en zusters betekent elkaar vertroosten en bemoedigen, voor elkaar opkomen, vermanen en ondersteunen. Allemaal betekenissen die enkel onderling in de Gemeente van Jezus gestalte krijgen! Er ligt kracht in aantallen in een vijandige wereld.
De slagkracht van de Gemeente Een tweede element van de waarde van de Gemeente in steeds moeilijker wordende tijden, is dat er slagkracht in de Gemeente ligt. Die slagkracht is ook zo door God gewild en bedacht. We ontdekten al in 1 Kor. 12 dat we een lichaam zijn met verschillende delen. Deze metafoor wordt daar gebruikt tegen de achtergrond van de gaven van de Geest. Paulus schrijft: ‘Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest. Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heer. Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt. Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander. Want aan de een wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de andere een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezing, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een andere allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil (1 Kor. 12: 4-11).’ Wij hebben dus allemaal gaven gekregen van de Geest, waarbij niemand alles ontvangt. Aldus zijn wij een lichaam waarin de onderdelen elkaar nodig hebben om samen meer te zijn dan de som van de delen. Alleen in samenwerken kan de volle rijkdom en kracht van het evangelie van het Koninkrijk gestalte krijgen. Dat is hoe God het gewild heeft. Persoonlijk geloof ik dat dit ook de betekenis is van de uitspraak van Jezus is die we vinden in Johannes 14: 12: ‘Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: wie in mij gelooft, zal de werken die ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen, want ik ga naar mijn Vader.’ Jezus was in zijn tijd op aarde één man op één plaats, maar nu Hij aan de rechterhand van de Vader zit en zijn Geest ons is geschonken, is Hij het hoofd van het Lichaam dat wereldwijd al zijn grote daden en lessen mag invullen en doorgeven. Plaatsen we onszelf daarbuiten, dan doen we dat lichaam en de slagkracht daarvan tekort. Maar we doen daarmee tevens onszelf te kort. Juist in een duistere, goddeloze wereld, is dat niet goed. Het licht moet zo fel mogelijk schijnen en niet door onze verdeeldheid en ons individualisme verstrooid en minder krachtig worden.
De waarde van gemeenschap Wordt de wereld goddelozer en komt er meer druk op ons, dan is het dus van het grootste belang om elkaar op te zoeken en om gemeenschappen te vormen. We gaan elkaar ontzettend nodig hebben! Bovendien is het de goddelijke manier om in de wereld iets te bereiken en het licht te laten schijnen. Naast hoop, kennis en geloof is het van levensbelang ook hierin gehoorzaam te zijn, willen we staande blijven.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van Roelof Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op via het contactformulier.