Velen denken dat wetenschap ons absolute waarheden oplevert en daarom vertelt wat waar en goed is. Wetenschap heeft in deze zin de plek van religie ingenomen, want als ‘de wetenschap’ het zegt, dan kan er geen discussie meer over gevoerd worden, dan is dat de waarheid! Dat is echter onjuist.
Ja, sommige wetenschap is ‘hard’ en levert absolute waarheden op. Dit is de wetenschap van de fysieke werkelijkheid die processen in de werkelijkheid onderzoekt en via wiskundige formules en wetmatigheden, deze werkelijkheid vangt en zelfs tot op zekere hoogte voorspelt. De constateringen en inzichten die zij biedt, vormen bijvoorbeeld de basis voor veel van de technologie die wij heden ten dage gebruiken. Maar heel veel andere velden van onderzoek in de wetenschap zijn niet zo ‘hard’ en aldus strikt wetenschappelijk. Op die terreinen spelen bijvoorbeeld maatschappelijke overtuigingen een rol. Kijk maar naar de psychologie waar je door de decennia heen verschillende inzichten kunt ontwaren die als ‘wetenschappelijk’ worden verkocht, maar die eigenlijk meer ideologisch gedreven zijn. Het zogenaamde Diagnostic Statistical Manual (DSM) bijvoorbeeld kent inmiddels vijf edities en bij iedere editie worden psychische problemen anders gecategoriseerd. Politiek en ideologie spelen daarbij een duidelijk rol. Daarnaast begeeft de wetenschap zich op terreinen die niet geschikt zijn om via wetenschap te benaderen. De wetenschappelijke methode is bij uitstek geschikt om de fysieke werkelijkheid om ons heen te onderzoeken en te doorgronden. Als het aankomt op de meer abstracte en meta-fysische elementen van ons bestaan, wordt het een stuk lastiger. Eenvoudig zou je het zo kunnen formuleren: de wetenschap zou zich moeten bezighouden met de vraag naar hoe dingen werken en wat dit zo maakt, niet met de vraag naar het waarom van de aard van de dingen. Theologie bijvoorbeeld vind ik eigenlijk geen echte wetenschap, ook al ben ik zelf een wetenschappelijk geschoold theoloog. Zeker, theologie heeft waarde en die erken ik ten volle (ik ben blij met mijn wetenschappelijk vorming), maar we moeten niet de illusie hebben dat we via de wetenschap komen tot de kern van geloven, God en het waarom van de dingen. Dat moet ons gegeven worden, geopenbaard worden (en dat heeft God gedaan in zijn Woord). Het wetenschappelijke in de theologie is nuttig, maar moet nooit verheven worden tot meer dan het is.
Bovendien is wetenschap mensenwerk en dus spelen machtsspelletjes, geld en politiek daarin een grote rol. Heel duidelijk zien we dat aan onze universiteiten vandaag de dag. Bij de grote ideologische thema’s als gender, sekse, klimaat, stikstof, seksualiteit, leven en dood, bepaalt ideologie het onderzoek en de vragen. Als je niet aansluit op de gekozen koers in je onderzoeksvoorstellen, dan zul je geen financiering voor je onderzoek krijgen. Als je carrière wilt maken en je baan wilt behouden, moet je conformeren en meedoen en niet een dwarse visie aanhangen. Een goede beschrijving hiervan vinden we in het boek ‘Wokeland’, waarin Coen de Jong beschrijft hoe een relatief kleine groep activisten universiteiten zover krijgen dat ze hun denken radicaal omgooien. Er is daardoor geen ruimte meer voor het open delen van inzichten en ideeën, want met het religieus fanatisme van activistische studenten en docenten enerzijds en met de angst om gecanceled te worden anderzijds, zwijgt de massa. En dus mogen sommige woorden niet meer genoemd worden en sommige onderzoeken niet meer gedaan worden. En wanneer de uiteindelijke conclusies van gedaan onderzoek niet stroken met wat men ideologisch gelooft en vindt, wordt het onderzoek en de onderzoeker in diskrediet gebracht. Is het u bijvoorbeeld wel eens opgevallen dat dissidente meningen meestal geuit worden door wetenschappers die reeds met emeritaat zijn, door journalisten die het veld volgen of door onderzoekers die niet langer meer werkzaam zijn in het veld zelf? Zelden hoor je deze nog van mensen binnen de academische wereld.
Kortom, ook de wetenschap is niet meer te vertrouwen als bron van waarheid.
Aan de ene kant past dit goed bij onze tijd, immers wij geloven niet meer in grote waarheden. Waarom zou de wetenschap die dan wel bieden? Aan de andere kant is dit uiterst problematisch voor de moderne mens, want meer en meer komt de wereld om ons heen in een waarheidsvacuüm. Als niets meer absolute waarheden biedt, waar vinden we dan nog houvast? Belangrijk, want zonder houvast is er geen goed en kwaad meer, geen samen-leven, geen basis om je bestaan individueel, noch met elkaar op te bouwen. Dan wankelt alles.
Wij echter hebben de waarheid gevonden in Gods Zoon, die ons leert dat Hij dé Waarheid is, én de Weg en het Leven. In Hem zien we waarheid, vinden we waarheid en krijgen we een voorbeeld van waarheid in de praktijk. Dat geeft houvast, leven en hoop. Laat je dus nooit vertellen dat de wetenschap jouw geloof onderuithaalt. Dat is dus de grootst mogelijke onzin.
Niets uit dit artikel mag worden zonder uitdrukkelijke toestemming van Roelof Ham worden overgenomen, gekopieerd of gebruikt worden. Uiteraard mag volgens de gangbare regels van bronvermelding er wel naar verwezen worden in andere publicaties. Neem bij twijfel eerst contact op via het contactformulier.