'Wat zou jij doen?' Vraag ik mijn vrouw terwijl we in de winkel voor het schap met bureau,- en schrijfartikelen staan. 'Zou jij een map nemen, een snelhechter, of nog iets anders?'
'Ik zou het in een grote ordner doen. Dat is het makkelijkst.' 'Maar het is niet zo mooi.' 'Nou, weet ik niet,' zegt ze, 'als je een juiste kleur neemt en het niet zo zakelijk maakt, dan lijkt het wel wat.' Ik knik en denk na. Ik zie ook zo geen andere oplossing. We zijn net nog bij de copyshop weggestuurd met de opmerking dat mijn manuscript te dik is om met lijm of ringband in te binden. Dus veel andere keuze hebben we ook niet. Ik neem mijn besluit en pak drie ordners uit het schap. 'O, en een paar pakken papier, maar.' Terwijl ik het zeg loop ik naar de dozen met A-4 papier even verderop. 'Ik zou drie doen,' zegt mijn echtgenote. 'Komt wel op.' Als we thuis zijn en ik de tekst van de manuscripten heb geprint, doe ik ze voorzichtig in de mappen. Als het er allemaal inzet met titelblad en al, ziet het er eigenlijk best wel aardig uit. Ik hoef me er niet voor te schamen vind ik zelf. Het is de bedoeling dat twee van deze ordners met de laatste versie van mijn manuscript naar twee vriendinnen van mij gaan. Het zijn beide lezeressen en ze verslinden best wel wat boeken in een jaar. Ik heb hen daarom gevraagd om mijn verhaal te lezen, om zo bij hen te peilen wat zij ervan vinden. Daarbij hebben Deborah en ik een afspraak gemaakt: als zij het manuscript ook goed vinden, dan ga ik er zelf ook echt in ga geloven dat het verhaal goed genoeg is om uit te brengen en te delen met anderen. Ik vind het allemaal erg spannend. Een dag of wat later hebben de twee vriendinnen mijn manuscripten in bezit en is het afwachten. Een van de twee is erg snel: het kost haar slechts enkele dagen om mijn toch lijvige verhaal te lezen. We spreken vervolgens samen af om door te spreken wat ze er van vindt. Ik ben behoorlijk zenuwachtig als ik op een ochtend met thee sta te wachten op haar komst. Ik voel de kriebels in mijn buik. Dat is iets wat ik niet zo verwacht had, toen ik dit proces begon. Toch is het iets dat er kennelijk bijhoort. Ik kan niet goed duiden waar dat vandaan komt of waarom? Het heeft er waarschijnlijk iets mee te maken dat je jezelf kwetsbaar opstelt, dat je iets van jezelf laat zien, van je binnenste en daar ben ik niet zo goed in, als echte noordeling. Tel daarbij op dat datgene wat ik gemaakt heb en waar ik mijn hart en ziel in heb gestoken, nu open ligt voor commentaar en ik denk dat je al twee hele duidelijke redenen hebt, waarom het voor mij zo spannend is. Ik mijmer zo wat voor mij uit, terwijl ik af en toe naar de klok kijk. Mijn vriendin is een vrouw van de tijd, dus ze zal zeker niet te laat komen. En dat doet ze ook niet. Gelukkig. Als we zitten stel ik de onvermijdelijke vraag: ‘wat vond je ervan?’ 'Nou, ik vond het heel leuk om te lezen.' Ze pakt een briefje dat ze geschreven heeft en bij het manuscript heeft gedaan, uit de map. 'Maar lees eerst dit maar.' Op het papier dat ze me overhandigt geeft ze aan dat ze genoten heeft van het verhaal. De personages zijn voor haar gaan leven en ze schrijft dat ze graag een tweede deel zou willen zien, zodat ze kan ontdekken hoe en of het verder gaat. Ze is dus positief! Het is alsof er een last van mijn schouders wordt getild. We spreken daarna een aantal zaken door die verbetering behoeven en ik krijg nuttige feedback. Tot slot vraag ik haar of het goed genoeg is om met anderen te delen? Ik zeg: 'stel dat je dit boek gekocht had, of cadeau gekregen en je had het gelezen, zonder dat je wist dat het van mij kwam. Zou je het dan met plezier hebben gelezen? Zou je het dan de moeite waard hebben gevonden?' Ze knikt en zegt met een oprechte glimlach: 'ja, je hoeft je er echt niet voor te schamen.' Het blijft toch onwerkelijk dat mensen het leuk vinden wat je hebt geschreven, denk ik bij mezelf verwonderd. Mijn andere vriendin heeft langer werk. Ze is een drukbezette vrouw en is begrijpelijkerwijs druk met haar leven, werk, huwelijk kinderen en kleinkinderen. Daarbij weet ik hoe ze is: als ze ja zegt tegen zoiets als dit, dan neemt ze uitgebreid de tijd om het grondig te doen. Dat past bij haar. Ik wacht daarom geduldig af. Dan krijg ik een appje: 'ik heb hem uit!' Blij, maar ook benieuwd naar haar mening, maken we een afspraak. Als ik op een doordeweekse ochtend naar haar toerij, voel ik opnieuw weer zenuwen in mijn buik, maar ik merk bij mezelf dat het wel minder is dan de vorige keer. Het went, ook al weet ik echt totaal niet wat ze er van vindt. Via de app heeft ze me van te voren een foto van het manuscript gestuurd met daarin allemaal gekleurde papiertjes aan de bladzijdes geplakt als tabs. Dat doet mij toch wel een beetje slikken, maar gelukkig appt ze me dat ze het een hele knap geschreven boek vindt en dat ik me geen zorgen hoef te maken. Dat stelt me dan weer gerust. Onze ontmoeting die ochtend is, als altijd, allerhartelijkst. We praten open over het boek en ik krijg goede feedback. Haar eerste punt gaat over het begin: 'ik vond het erg spannend om te lezen. Vanwege de dreiging die daarin zit. De onzekerheid over wat er aan de hand, de onduidelijkheid die er dan nog is. Het kostte me zelfs moeite om verder te lezen, zo spannend was het voor mij. Ik dacht bij mezelf: 'ik weet niet of ik dit wel wil?' Dat verbaast me, want ik vond het begin zelfs nog wat traag en ik twijfelde of het wel pakkend genoeg was. 'Pas toen ik verder was en door het eerste stuk heen had gelezen, toen werd dat bij me weggenomen. Ik zeg je eerlijk: het is dat jij het geschreven hebt en ik jou ken, want anders was ik misschien wel afgehaakt.' 'Omdat je het te spannend vond?' 'Ja, omdat ik dacht: kan ik dit wel lezen? Wil ik dit wel?' 'Oké,' zeg ik, 'ik vond het begin nog wat traag voor mijn gevoel.' 'Nou, dat is het niet!' Daarna gaan we uitgebreid in op alles wat ze aan verdere opmerkingen heeft. We spreken over de al dan niet biografische elementen in het verhaal en hoe ik daarover denk. Met veel van wat ze zegt, kan ik echt wat. Ik ben er dankbaar voor. Aan het einde van dit gesprek stel ik dezelfde vraag als bij mijn andere vriendin: 'vind je het de moeite waard om publiek te maken? Vind je het goed genoeg? Zou je het met plezier lezen als het niet van mij kwam?' 'Ja,' zegt ze oprecht, 'het is goed genoeg. Ik vond sommige delen misschien wat te spannend voor mijn smaak, maar het is echt een leuk en goed boek.' Dat betekent dus dat ik er er nu voor moet gaan en mag geloven dat het de moeite waard is om te delen met de wereld. Inmiddels heb ik die behoefte zelf ook. Gaandeweg de weken dat het verhaal nu klaar is, is dit verlangen in mij gegroeid. Ik wil dit verhaal met zoveel mogelijk mensen delen en het zoveel mogelijk mensen vertellen. Dat is het doel dat mij drijft, omdat ik geloof dat mijn verhaal wat te zeggen heeft, dat het waardevol en belangrijk genoeg is om met zoveel mogelijk anderen te delen. Maar hoe ga ik dat doen?
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Roelof HamAuteur, vader, echtgenoot, theoloog en prediker. Archieven
Maart 2022
Categorieën |