Ik was bij een oudere broeder op bezoek die in de laatste fase van zijn leven was aanbeland. We spraken over zijn toestand en wat er nog zou komen. Hij gaf aan dat hij het allemaal op zich af zou laten komen. Hij was op hoge leeftijd en zijn leven was geweest, nu was het wachten op wat ging komen.
Het mooiste daarbij was dat hij aangaf dat de wetenschap dat hij naar huis zou gaan hem kracht en troost gaf. Waar zou hij zich druk over maken? 'Als het zover is, dan staat Jezus op mij te wachten. Dan ga ik naar huis.' En dat getuigenis wil ik met jullie delen. Wij leven vaak jachtig en haasten ons door het leven, terwijl we druk zijn met van alles en nog wat. Maar dit is slechts tijdelijk en dat moeten we niet vergeten. Hoe het ook is hier, of het nu mooi is of verschrikkelijk zwaar en moeilijk, we hebben een uitzicht en een uitkomst: we gaan ooit naar huis! Wij zijn vreemdelingen hier, bijwoners zoals een oude Bijbelvertaling het zegt. Wij horen elders. En dat mag uitzicht geven en onze hoop zijn, want dat thuis is het beste thuis. Daar zijn wij in het paradijs en zullen we niet meer gebukt gaan onder de aardse gebrokenheid. Daar zien wij Jezus. 'De toekomst is zeker, ja eindeloos goed. Als ik eens moet sterven, als ik u ontmoet, dan droogt u mijn tranen, u noemt zelfs mijn naam. U blijft mij Jezus, laat mij niet gaan.' Uit een lied van Sela, dat hier te luisteren is.
0 Opmerkingen
Een van de onderdelen van mijn werk als voorganger is dat je vaak en veel geconfronteerd wordt met het lijden van mensen. Als voorganger mag je namelijk naast mensen staan in hun lijden. Namens de gemeenschap van geloof en namens de Heer, mag je in situaties van lijden komen en mag je luisteren, bidden, bemoedigen en vertroosten. In opdracht van Jezus en om zo samen zijn lichaam te zijn, ook hierin.
Dat is heel bijzonder, maar soms ook heel verdrietig. Je bent immers ook mens en soms kom je in situaties die je hart bedroeven, omdat het zo onrechtvaardig en zo hartverscheurend is. Vandaag had ik zo'n ontmoeting; iemand in wiens leven al zoveel gebeurd is, die het daarom al zo lang zwaar heeft en die nu de boodschap heeft gekregen dat diegene voor het leven ziek is. Wat een verdriet en wat een lijden. We spraken daarover met elkaar en op een gegeven moment vroeg ik diegene of er steun was van God in deze fase. 'Ja,' klonk het, 'mijn Heer laat mij steeds weer zien dat het allemaal niet zomaar gebeurt. Hij is erbij en het komt goed. Dat weet ik zeker, ik heb mijn geloof en hoop.' En dat zijn grote woorden, maar het punt is, ik hoor ze vaker. Het is de kracht van geloof die in de duisternis en het lijden doorschijnt als een licht door de wolken. Het is zoals de Bijbel zegt: 'zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen gevaar, want u bent bij mij.' De waarheid daarvan heb ik in veel gevallen van dichtbij gezien. Niet altijd (daar ben ik ook heel eerlijk in), maar wel vaak. Geloof is zo krachtig en onze God zo groot. En als je dat dan mag horen en zien, ook in lijden, dan word je er ook zelf door opgebouwd, dat merk ik. Dan kom je ergens op bezoek waar lijden en pijn is in de verwachting veel ellende en verdriet aan te treffen, maar dan is het getuigenis zo groot en Gods werk zo machtig, dat je er bemoedigd weer vandaan gaat. En hoe vaak ik dat ook meemaak, dat blijft héél bijzonder. Het helpt mijzelf ook om in mijn lijden op de Heer te vertrouwen. En ik hoop jou ook, als je dit leest. God is erbij, ook in jouw leven. Gemeente zijn betekent verantwoordelijkheid voor elkaar nemen en hebben. Het betekent elkaar helpen en ondersteunen, van elkaar en met elkaar leren, maar ook elkaar durven aanspreken en vermanen, zoals de Bijbel dat noemt.
Vaak wordt dat gezien en uitgelegd als: je moet elkaar aanspreken op fouten, zonden en verkeerde levenswijzes. Maar vermanen in de Bijbel is een combinatie van het aanspreken op wat niet goed gaat én bemoedigend iemand ondersteunen, zeker als de ander het niet ziet zitten. En over die laatste vorm van vermaning hoor je veel minder. Toch is die niet minder belangrijk. Zelf kan ik daar ook over meepraten. Er zijn perioden in mijn voorgangerschap geweest dat ik de zegen van mijn werk overvloedig mocht zien in mensen die groeiden in hun geloof, in bekeringen en dopen, in een rijkelijk participerende gemeente in diensten en activiteiten die ik mocht leiden en ga zo maar door. Maar er zijn ook periodes geweest waar het zwoegen was, waarin het leek alsof ik niets bereikte, alsof ik de verkeerde man op de verkeerde plek was en het leek alsof mijn daden en woorden waren als water dat afketst op een betonnen muur. In die periodes was het dan altijd heel fijn om een bemoediging te krijgen van een broeder of zuster die mij zei dat het er wel toedeed en dat het goed was. Zo kreeg ik dan weer kracht om door te gaan en te blijven staan in mijn bediening. Dit is wat ik noem een positieve vermaning en dat is iets dat ik ook jou mee wil geven, want zo'n vermaning is een krachtig iets. Daarom, kijk eens om je heen naar die broeder of zuster die het moeilijk heeft, die twijfelt of hij of zij dat wat diegene doet wel, moet doen, die zich afvraagt of hij of zij wel de juiste persoon op de juiste plaats is, of die persoon wel goed genoeg is? Hoe fijn is het dan om die ander te kunnen vermanen in het positieve en te kunnen zeggen: 'jij doet ertoe en dat wat jij doet voor de Heer, is waardevol, omdat jij degene bent die de Heer daarvoor heeft geroepen en jij de enige bent die het zo kan, zoals jij het kan.' Je moet eens zien wat dat kan uitwerken. Gisteren in de dienst van de startzondag, hebben wij met elkaar als gemeente onze verwachtingen, wensen en dromen voor het nieuwe seizoen, concreet gemaakt met behulp van bovenstaande 'wensboom.' Ergens halverwege de dienst hebben wij blaadjes van gekleurd papier uitgedeeld, waarop mensen hun verwachtingen, dromen en wensen voor het nieuwe seizoen konden schrijven. Vervolgens hebben we die aan het einde van de dienst in deze 'wensboom' gehangen. Daarmee wilden we de wensen en verwachtingen van ons gemeenteleden concreet maken en tastbaar om zo ons er bij te bepalen dat we hier met elkaar aan mogen werken; dat we ons best mogen doen om dit werkelijkheid te late worden. Daarnaast wilden op deze manier ook in deze symbolische daad onze wensen bij God onder de aandacht brengen. Niet alleen in ons eigen persoonlijk geloofs,- en gebedsleven individueel, maar ook gezamenlijk als gemeente. Het mooie was dat bijna iedereen die er was, zijn of haar blaadje met wensen, dromen en verwachtingen in de boom heeft gehangen. En dat gaf, kijk maar naar de foto, een hele bijzondere indruk. Aan het einde van de dienst hadden we een boom vol gekleurde blaadjes van verwachtingen en wensen. En dat liet duidelijk zien: we doen het niet alleen. Al het werk dat we doen, alles waarin we gemeente zijn, dat wordt gedragen door de wensen, gebeden en de hoop van vele broeders en zusters. Wij staan er samen voor! En dat is een bemoedigende gedachte, een mooie gedachte en een inspirerende gedachte. Als het lichaam van de Heer, zijn gemeente, als geestelijke tempel dit doet en daarvoor staat, dan kan het alleen maar zegen voortbrengen, want dan zal de Heer er met zijn Geest kracht aan verlenen. |
Roelof HamTheoloog, voorganger en auteur. Archieven
Juni 2023
|