Morgenavond, 25 april, hebben wij in onze gemeente een Zoeklichtsamenkomst over het thema:
'Het Midden-oosten is in beweging! Waarheen?' Br. Wim Zwitser gaat met aan de hand van het Bijbelboek Daniël met ons daarover nadenken. Iedereen is van harte uitgenodigd om daarbij aanwezig te zijn! De avond start om 19:30 uur en inloop is vanaf 19:00 uur. Wat zo leuk is aan deze avond, is dat de hele avond in zijn geheel door broeders en zusters van de gemeente (met name vanuit een kring in de gemeente) zelf is opgezet. Het doet goed om te zien dat mensen zo enthousiast en kundig dit vorm kunnen en willen geven. Als voorganger van de gemeente maakt mij dat dankbaar. De Heer werkt in ons midden!
0 Opmerkingen
Vandaag is het Goede Vrijdag. De dag van het diepe lijden, maar ook van Gods oneindige liefde en Gods grote genade. Het is voor mij een dag van bezinning, dankbaarheid en herinnering. 'Thank You' - Jesus Fellowship Songs 'His mercy is more' - Matt Boswell and the Boyce College Choir Een gezegende dag. Hieronder voor deze Witte Donderdag de tekst van een korte overdenking die ik gisterenavond mocht houden in het kader van de Passiestonden over Lukas 22: 66-71. Deze Passiestonden worden al jaren door drie kerken gezamenlijk (de CGK Delfzijl, de GKV Delfzijl en de Baptistengemeente van Delfzijl) ingevuld in de week voorafgaand aan Goede Vrijdag en Pasen.
Mocht je trouwens nog een keer willen aanschuiven? Vanavond is de laatste avond om 19:30 uur in het Lichtbaken te Delfzijl (Huibertplaat 57). De avond wordt dan verzorgd door mensen van de CGK. Vandaag zijn wij met elkaar in onze gang door het proces van Jezus heen, bij de ondervraging van Jezus aangekomen. Nadat Hij is gearresteerd, wordt Hij ’s ochtends in alle vroegte, voor de raad van hogepriesters en schriftgeleerden gebracht. En daar wordt Hij dan verhoord, zodat de Joodse leiders tot een aanklacht en een veroordeling kunnen komen. Maar wat daarbij direct opvalt is de oneerlijkheid en schimmigheid van het juridische proces dat zich voltrekt. Allereerst al het tijdstip: Lukas plaatst het moment van het verhoor bij het krieken van de dag. Markus en Matteüs plaatsen het gebeuren nog iets eerder, rond zonsopgang en daarvoor. Maar dat maakt niet uit, het punt is duidelijk: het is niet gewoon normaal overdag, open en bloot, voor iedereen te zien. Nee, het moet stiekem op een tijd die eigenlijk niet gepast is. Dan is er ook nog eens geen duidelijke aanklacht, want de priesters en schriftgeleerden zijn tijdens het verhoor nog op zoek naar die aanklacht. De anderen evangeliën verhalen in dit verband van een hele batterij aan valse getuigen die allemaal zogenaamde aanklachten indienen, die stuk voor stuk niet kloppen. En ook hier in Lukas is de vraag: hoe gaan we hem pakken? Want er is niks concreets te vinden. Vervolgens vragen ze Jezus: ‘ben je de Messias (vers 67)?’ En dat leidt dan uiteindelijk tot de veroordeling in vers 71: ‘waarvoor hebben we nog getuigenverklaringen nodig? We hebben het immers zelf uit zijn eigen mond gehoord!’ Dat laatste is trouwens feitelijk rechtsverkrachting, want in het Joodse recht moest een beschuldiging altijd door getuigen (minimaal twee) gestaafd worden. Dat wordt hier genegeerd. Er klopt eigenlijk helemaal niks van wat hier gebeurt. Het is een schijnvertoning en met recht, met de juiste van gang van zaken heeft het niets te maken. En toch doen ze het wel zo. En hét punt waarop het dan uiteindelijk op uitkomt is die vraag (ik zei het al) of Jezus de Messias is, de Zoon van God (vers 67 & 70)? Dat is het kardinale punt voor de Joodse raad. Jezus zegt hen als hij er voor de eerste keer naar gevraagd wordt, dat Hij hen dat al zo vaak overduidelijk heeft laten zien. Dat ze het niet willen geloven en dat als Hij er hen naar vraagt, zij ook geen antwoordt willen geven. In vers 67 staat: ‘als ik het u zeg, gelooft u mij toch niet. En als ik een vraag stel, antwoordt u toch niet…’ En dat, lees het evangelie van Lukas maar, is inderdaad de waarheid. Maar goed, Jezus gaat verder en zegt dan vervolgens: ‘vanaf nu zal de Mensenzoon gezeten zijn aan de rechterhand van de Almachtige.’ En dan klinkt nogmaals: ‘u bent dus de Zoon van God?’ Waarop Jezus zegt: ‘u zegt dat ik het ben.’ En dát is dan de reden om Jezus te veroordelen, want in de ogen van de raad van Joodse leiders, is Jezus slechts een mens en als mens een zondaar en jezelf als zondig mens met God vergelijken is blasfemie. Daar staat de doodstraf op. En toen ik mij voorbereidde op deze avond, toen bleven mijn gedachten hierbij hangen, want dit belijden dat Jezus de Zoon van God is, dat Hij de Messias is, is inderdaad het kardinale punt. Niet alleen voor de Saduceeën en schriftgeleerden van de raad hier, maar ook voor ons. Ook voor ons is het cruciale punt en de kern van het verhaal of Hij de Messias en de Zoon van God is of niet? Ja, dat is het kardinale punt voor alle mensen van alle tijden; die kwestie rond wie Jezus werkelijk is. En dus niet zo voor ons, want als je Jezus ontmoet en Hem tegenkomt, is de vraag die zich altijd opdringt: wie is deze Jezus in jouw ogen? Dat is hoe het evangelie van Jezus werkt, ook vanavond. Ook ons wordt voorgehouden: Jezus is de Zoon van God en is de beloofde Messias die de mens komt bevrijden van zijn zonde en de mens komt verzoenen met God. Daarvoor ging Hij de weg die Hij ging. Daarvoor stierf Hij aan een kruis. Om dat mogelijk te maken. En dat stelt ook ons vanavond voor de vraag: wat betekent dit voor ons? Hoe reageren wij? Wie is deze Jezus voor jou? Erkennen we in dankbaarheid dat Hij Heer, Messias en Verlosser is. En beseffen daarbij hoe groot het wonder van Goede Vrijdag en Pasen, van Jezus’ dood en opstanding, is? Hoe onverdiend en oneerlijk het allemaal was, maar dat Hij dat onderging voor jou, voor mij, in onze plaats! Of zien we dat niet? Willen we dat niet zien? Zijn we als de Joodse leiders en zeggen we: nee, dat kan niet. Dat geloof ik niet. Dat kan Jezus niet zijn. Ja, een goede leraar, een wijs man, een spiritueel voorbeeld, of weet ik wat mensen van Hem hebben gemaakt. Maar dé Messias? Dé Weg, dé Waarheid en hét Leven? De enige weg tot behoud? De deur tot God? Ook vanavond wordt jij uitgedaagd, om te antwoorden op wat dit gedeelte ons voorhoudt: Jezus is de Verlosser, ook voor jou, Hij wil je bevrijden van je slavernij aan zonde en dood, Hij wil je eeuwig leven geven en redden. Daarvoor gaf Hij zijn leven. En wat doet dit weten met ons? Wat doet dit weten met jou? Wat antwoord jij op Jezus? Amen Mensen scheppen hun eigen werkelijkheden. Dat zie je ook hier in de verzen van Lukas 22 & 23. De hogepriesters en schriftgeleerden bijvoorbeeld zijn er heilig van overtuigd dat Jezus een oproerkraaier is en ze proberen Pilatus daarvan ook te overtuigen. Tot tweemaal toe beschrijft Lukas hoe ze hun waarheid aan Pilatus presenteren. Eerst in vers 2, waar ze zeggen: 'we hebben vastgesteld dat deze man ons volk van het rechte pad afbrengt en de mensen ervan weerhoudt belastingen aan de keizer te betalen en dat hij van zichzelf zegt de messiaanse koning te zijn.' En vervolgens in vers 5: 'in heel Judea ruit hij met zijn onderricht het volk op, van Galilea tot hier!' Dat deze visie op de zaken niet overeenkomt met de werkelijkheid, blijkt wel uit Pilatus' reactie. Beide keren reageert hij namelijk met de opmerking dat de beschuldigingen vals zijn en dat, in zijn ogen, Jezus onschuldig is en zeker niet de doodstraf verdient. Vervolgens gaat Jezus naar Herodes. Dat vind ik zelf een opvallend gedeelte, want van Herodes wordt gezegd dat hij 'bijzonder blij was toen hij Jezus zag (vers 8).' En dat was omdat hij veel over Jezus had gehoord en hem graag wilde ontmoeten, in de hoop een wonder te zien. Dat zou toch wat zijn! En dat is vreemd, want het gaat hier om een hele serieuze zaak. Het gaat hier om het juridische proces dat samenhangt met een doodstraf, een executie. Het gaat hier letterlijk over leven en dood met de beschuldiging en aanklacht die daarbij hoort. En Herodes? Herodes is als een tienermeisje, opgewonden over het feit dat hij de beroemde Jezus zal ontmoeten in de hoop een wonder te zien. Herodes lijkt wat dat betreft ook in zijn eigen werkelijkheid te leven. Uiteindelijk echter, ontkomt ook Herodes niet aan de realiteit, want de meegekomen hogepriesters en schriftgeleerden brengen allerlei zware beschuldigingen tegen hem in, zo lezen we in vers 10. Beschuldigingen die ook door Herodes worden afgewezen, omdat ze niet gestoeld zijn op de werkelijkheid. Omdat ze niet waar zijn. Dan maar weer terug naar Pilatus, waar het verder gaat. Pilatus houdt vol: deze man is onschuldig. Opvallend is dan dat de schriftgeleerden en overpriesters het daarna ook niet meer proberen. Je leest niet meer over argumenten die ze inbrengen voor hun visie en hun werkelijkheid. Ze beginnen te roepen als schreeuwende kinderen die hun zin willen: 'kruisig hem. Geef ons een misdadiger, maar kruisig hem.' En zo blijven ze roepen en schreeuwen, totdat Pilatus zwicht en Jezus zal worden gekruisigd. Ook Pilatus kiest uiteindelijk ervoor om niet de waarheid trouw te blijven, maar om zijn eigen werkelijkheid te geloven. De werkelijkheid die draait om het zetten van de voor hem politiek meest tactische zet, in het kader van lijfsbehoud zullen we maar zeggen. Zo is iedereen bezig met zijn eigen waarheid, met zijn eigen werkelijkheid. En midden daarin staat Jezus. Hij die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Hij is het tegenover van dit alles in zijn oprechte onschuld; zonder bijbedoelingen staat hij voor hen en gaat hij de weg die hij gaat. En dat maakt dit tot een spiegel voor ons. Want ook in ons leven, zijn wij vaak bezig met leven in onze eigen werkelijkheid, vanuit onze eigen waarheid. Vraag mensen bijvoorbeeld maar eens of ze van mening zijn dat mensen ten diepste goed of slecht zijn? Ik schat in dat de meesten zullen aangeven, ook christenen, dat zij van mening zijn dat mensen in essentie wel deugen, maar dat ze soms slechte dingen doen. Of vraag maar eens aan mensen of ze zichzelf als zondig bestempelen? De meeste mensen zullen dan, denk ik, zeggen dat ze niet perfect zijn, maar zondaren die verloren zullen gaan om hun slechte daden? 'Nou, dat valt nog wel een beetje mee. Zeker in vergelijking met... En ik doe toch mijn best?' Maar dat is een eigen werkelijkheid, een eigen waarheid die wij dan scheppen. Natuurlijk mensen kunnen goede dingen doen en de een zal meer geneigd zijn tot het goede dan een ander, maar in onze kern zit ook de duisternis en het kwaad. Wij zijn allen feilbaar en zondig en wij verdienen niet beter dan de ondergang daarom. Dat is recht en dat moeten we niet ontkennen door in onze eigen werkelijkheid te geloven en te leven. Doen we dat wel, dan kunnen we de waarheid van Jezus ook niet zien. Dan kunnen we niet zien wat de werkelijke betekenis van zijn dood en lijden is. Dan blijft het bij een oppervlakkig evangelie van een Jezus die zoveel van jou hield, dat hij de kruisdoos voor je onderging om je te laten zien hoe belangrijk je voor hem bent. Dan wordt het een zoetsappig en leeg verhaal. Maar dat is het niet! Het is zoveel meer. Jezus ging inderdaad uit liefde voor ons naar het kruis, maar wel omdat het moest. Jezus ging de weg van lijden en dood, om ons te bevrijden van ons tekort en onze neiging tot het kwaad. Om ons te verlossen van de gebondenheid aan zonde. En dat kon niet anders dan met het offer van zijn lichaam aan het kruis. Hij betaalde de prijs in onze plaats. Zo maakte hij ons vrij, zo vergaf God ons onze schulden. Schulden die ik heb, dat weet ik voor mezelf maar al te goed. Maar ook schulden die jij hebt en u hebt, want niemand is goed, behalve God. Dat is de waarheid van Jezus en door de Geest van God mogen wij die waarheid zien en erkennen. Ook in deze stille week op weg naar Pasen. Als Jezus wordt uitgeleverd en verraden door Judas, dan is het moment van de macht van de duivel daar: 'dit is het uur van de macht van de duisternis (vers 53).' Het kwaad, de satan, heeft de macht gegrepen en hij gebruikt, zoals zo vaak, gewillige mensen om zijn plannen te verwezenlijken. De mensen om Jezus heen, schieten op dat moment van duisternis hopeloos tekort. Ze falen. Eerst al in Gethsemané op de Olijfberg. Daar roept Jezus hen op om ook te bidden net als hij. Opvallend daarbij vind ik dat hij hen vraagt te bidden: 'dat jullie niet in beproeving komen.' Jezus weet wat gaat komen en weet wat het betekent als de duisternis en het kwaad de macht grijpen. Hij gaat daarom in gebed voor zichzelf en bidt dat hij niet in beproeving hoeft te komen (vers 42), maar hij roept ook zijn discipelen op hetzelfde te doen. Alleen zij schieten te kort. Het feestmaal van even daarvoor heeft hen slaperig en voldaan gemaakt. Ze vallen dan ook in slaap in de stilte en de rust van de Olijfgaard. Ze schijnen niet te beseffen wat er gaat komen. Ze falen. Even later, als de horde onder leiding van Judas Jezus arresteert, is het Petrus die denkt dat geweld de oplossing is: hij hakt er met zijn zwaard op los. Voor Jezus echter is geweld nooit de oplossing. Zeker nu niet. Gehoorzaam God volgen en hem zoeken om zo zijn weg te volbrengen is nu het devies. Jezus roept zijn leerling dan ook tot de orde (vers 51). Opnieuw falen. En dan wordt vervolgens dit falen in zijn diepste aard geïllustreerd in de verloochening van Petrus. Als degene die later de leider zal worden van de leerlingen, is hij het die het falen van de volgelingen belichaamt als hij tot drie keer toe zijn Heer verloochent. Falen op falen op falen. Het is niet gek dat we lezen dat Petrus bitter huilde toen hij zich dat besefte (vers 62). Het falen waar we hier over lezen, is denk ik voor ons herkenbaar. Ook wij falen als mensen immers in ons leven. Ook in ons geloof schieten we tekort. Niet altijd zijn wij immers bakens van heiligheid, vertrouwen en volharding. Vaak is er ook in ons zonde die volgt op verleiding. Vaak is er ook in ons het gebrek aan gehoorzaamheid, het gebrek aan vertrouwen. Vaak is er ook in ons het niet kunnen of willen doorzetten en volharden. En toch, dat is het mooie van het Paasverhaal en de lijdensgeschiedenis van onze Heer, God geeft het niet op, Jezus geeft ons niet op. Hij gaat de weg van het kruis voor ons falen. Hij maakt het recht met God en brengt verzoening voor ons. Houd, wat dat betreft, de discipelen van Jezus maar voor ogen. Voor Petrus en de andere 10 is er nog een toekomst. Hun falen heeft in Christus niet het laatste woord. Ze zullen nog de Heer dienen en grootse dingen voor hem mogen doen, omdat Christus hun falen aan het kruis wegdroeg. Omdat er vergeving is voor hen. En evenzo is er vergeving voor ons en ons falen. Prijs de Heer! In mijn eigen stille tijd met de Heer, lees ik dit jaar in de lijdenstijd het verhaal van Jezus' laatste dagen en uren, zoals opgetekend in het evangelie van Lukas. Deze maandag van de stille week ben ik daarbij aangeland bij het laatste deel van het Pesachmaal - of het laatste avondmaal, zoals het ook wel genoemd wordt - dat Jezus met zijn discipelen houdt. Ik word al dagen bepaald bij dat 22e hoofdstuk uit Lukas en de vele diepe en rijke lessen die Heer daarin meegeeft. Wat mij daarbij opvalt in dat gedeelte is dat de Heer een tweeledige boodschap meegeeft, want aan de ene kant spreekt onze Verlosser over troost en bemoediging, maar aan de andere kant ook over het oordeel en het kwaad dat komt en de noodzaak je daarop voor te bereiden. In de verzen 28 tot en met 38 begint Jezus eerst met een bemoediging, waarin hij de discipelen een hart onder de riem steekt met de boodschap dat ze voor 'het koningschap bestemd zijn' (wel dan het koningschap zoals dat in de voorgaande verzen is uitgelegd en hier wordt toegespitst). En waarom? Omdat ze in alle beproevingen trouw zijn geweest, zo lezen we in vers 28. Dat was voor mij vanochtend in mijn tijd met God een les die ik ook hier met je wil delen. Want niet alleen van de discipelen, maar ook van ons wordt trouw en volharding in geloof gevraagd. En dan heb ik het niet over die periodes in je leven dat het goed en voor de wind gaat, want dan gaat ook geloven welhaast vanzelf. Nee, volharding en trouw wordt juist een punt als het moeilijk is en tegenzit, als ons ook de 'beproevingen' vinden, waarover vers 28 spreekt. Dan moet je trouw zijn. Dat is wat de discipelen deden en waarom ze nu ook mogen weten: de Heer zal hen net zo trouw zijn. Hij heeft een heerlijke toekomst voor hen weggelegd. En voor ons is dat niet anders. Wij mogen trouw zijn aan onze Heer als het moeilijk is en dan weten dat hij uitkomst zal geven. Dat er ooit een einde komt aan het leed, de pijn en de moeite waaronder we gebukt. Dat weten mag ons 'bemoedigen,' in de letterlijke zin van het woord: het mag ons moed geven om door te gaan. Immers zo waren deze woorden destijds ook bedoeld. Jezus sprak ze om de discipelen moed te geven voor wat ging komen. Er ging veel komen en daar moet men zich op voorbereiden. Simon krijg daarom hier aangezegd dat hij de Heer zal verloochenen, maar dat er ook een weg terug is voor hem is en dat hij daarna zelfs geroepen zal worden om de broeders te sterken. De anderen krijgen te horen dat ook zij zich moeten voorbereiden op zware tijden. Vers 36 zegt: 'maar wie nu een geldbuidel heeft, moet die meenemen, net als zijn reistas, en wie er geen heeft moet zijn mantel verkopen en zich een zwaard aanschaffen.' Dat is heel stevig wat Jezus daar zegt. In niet mis te verstane woorden wordt zo duidelijk: het gaat zwaar worden en je moet je voorbereiden op verdrukking, op beproeving en op tegenslagen. En dat brengt dit gedeelte heel dichtbij jezelf, althans voor mij, want niemand ontkomt aan de tegenslagen van het leven en de worsteling van het geloof die daarbij hoort. Het kwaad, de gebrokenheid en de duisternis vindt ook ons. Maar juist deze week, juist op weg naar Goede Vrijdag en Pasen worden wij geconfronteerd met deze waarheid: de Heer weet ervan. Hij herkent het en weet wat er nodig is om er door te kunnen komen, omdat hij er zelf ook mee heeft gestreden. En hij heeft overwonnen! Ook voor ons. Wij, zijn kinderen, zullen daarom in hem en met hem overwinnen. We blijven immers van hem ook in de duisternis. Dus, broeder of zuster die dit leest, weet dat je een Heer hebt die jou niet loslaat. Niet als het moeilijk is, niet als je faalt en zelfs niet als jij het niet meer ziet. Houd vol en vertrouw op die Heer. Hij heeft overwonnen en zal jou niet verlaten. Er is altijd een uitkomst, een belofte van meer en beter: de Heer heeft voor jou en mij een heerlijke toekomst weggelegd in zijn eeuwige Koninkrijk en het kruis van Golgatha is daar het absolute bewijs van. Jezus heeft overwonnen en ons het eeuwig leven gegeven met God. Naast mijn bediening als voorganger heb ik nog andere interesses. Een daarvan is schrijven, zoals je ook op deze site kunt zien. Nadat ik vorig jaar ziek ben geworden, heb ik dat wat intensiever opgepakt. Dat heeft erin geresulteerd dat ik een manuscript voor een boek heb geschreven. Nu kom ik in de volgende fase en wil ik wat met het verhaal dat ik geschreven heb doen. Ik wil heel graag mijn verhaal met de wereld delen. Hoe precies, dat is mij nog niet helemaal duidelijk, maar dat zal gaande de weg vanzelf komen.
Dat is uiteraard ontzettend spannend. Het leek mij daarom leuk om jullie daar op de website, maar ook op mijn youtube-kanaal, de komende tijd deelgenoot van te maken. Daarnaast ben ik begonnen met een Instagram-account (Insta: roelof.ham). Ook daar wil ik delen van de eerste stappen op het pad van het schrijverschap. Zo wil ik jullie meenemen op de zoektocht op ook voor mij onbekend terrein. Ik heb om deze reden een nieuw kopje ‘schrijven’ aan de site toegevoegd. Die vind je bovenaan deze site in de balk, of klik hier om er rechtstreeks naar toe te gaan. Je vindt daar korte verhalen, achtergronden en updates rond gebeurtenissen en ontwikkelingen die met het manuscript van mijn boek te maken hebben. Ik probeer zo via deze site, mijn youtube-kanaal en Instagram, een eerlijke inkijk te geven in het proces van schrijven en ermee naar buiten treden. Hoe doe ik dat? En waar loop ik tegenaan? Hopelijk wil je dit spannende avontuur met mij ingaan en meebeleven. Stay tuned! Een kenmerk van Baptisten is dat ze geloven in de kracht en waarde van de plaatselijke gemeente. Zij zien de plaatselijke gemeente niet slechts als een toevallige verzameling gelovigen in een kerkgebouw, maar als een geestelijke eenheid die samen God dient. De gemeente is een groep gelovigen die met elkaar een verbond sluit voor God om gezamenlijk een deel van de gemeenschap van Christus te zijn. Als zij samen zijn, ontmoeten zij de Heer en in de gemeenschap van de Heer wordt zijn stem verstaan.
Een van de plekken waar dit beleefd wordt is tijdens de gemeentevergadering, wanneer de leden van de gemeente samenkomen om over een bepaalde onderwerp te vergaderen. In de meeste Baptistengemeenten is dat sowieso twee keer per jaar tijdens de voor,- en najaarsvergadering (meestal in april/maart en november), maar als de gelegenheid zich voordoet en er wat besproken moet worden, zijn er soms meer vergaderingen in het jaar. Het bijzondere van Baptisten is dat zij deze vergaderingen, die vaak zakelijk van aard zijn, ook als onderdelen van het geestelijke leven van de gemeente zien. De vergaderingen zijn bedoeld om in het aardse, in het zakelijke, in het financiële Gods leiding te zoeken. En misschien komt dit voor sommige lezers raar over. Immers een vergadering is toch niet meer dan dat: een vergadering. Een zakelijke bespreking van financiën, regels, bestuur, verkiezingen, en ga zo maar door. Daar is toch niet iets geestelijks aan? Toch is het in onze ogen meer. Gemeente zijn is ook samen zorg dragen voor het materiële. Wij zien dat net zo goed als onderdeel van Gods gewijde opdracht. Wij geloven dan ook dat God ons daarin wil ontmoeten en tot ons wil spreken, zodat ook daarin zijn wil verstaan wordt. Als wij gemeentevergaderingen hebben, dan roepen wij daarom de leden van de gemeente op om te bidden en om God te smeken onze overleggingen te vervullen met de Heilige Geest. God wil immers een rol spelen in ons hele leven, ook in het leven van onze geloofsgemeenschappen en het is goed dat steeds voor ogen te houden, zelfs als je schijnbaar met het aardse en het zakelijke bezig bent. Ook dan zijn we gemeente van God. |
Roelof HamTheoloog, voorganger en auteur. Archieven
Juni 2023
|