Van de week hoorde ik iemand zeggen dat hij de kerk zag als een voetbalstadion. Geloven was voor hem een individuele persoonlijke relatie met God en Jezus en op zondag ging je naar een kerk om dat geloof daar met elkaar te belijden. Als was je een supporter die in het stadion van je eigen cluppie samen met anderen je team aanmoedigt. Deze uitspraak zette mij aan het denken. Hij geeft, volgens mij, precies weer hoe in de kern veel christenen vandaag de dag tegen 'kerk zijn' aankijken. In essentie zegt deze uitspraak over de kerk als voetbalstadion namelijk dat je naar de kerk gaat om iets te halen, om iets te beleven. Maar ik geloof niet dat dit is wat de Bijbel ons leert over de kerk. Wat wij meer en meer schijnen te vergeten is dat wij de Kerk zijn. Ik schrijf bewust Kerk met een hoofdletter, om daarmee aan te geven dat ik daarmee de wereldwijde gemeenschap van geloof in Christus bedoel (de ekklesia). De Bijbel is heel duidelijk: als je tot God komt en je de bekering en wedergeboorte van het geloof mag ontvangen, dan word je onderdeel van die Kerk, onderdeel van die Gemeente rondom en in Christus. Galaten 3 zegt dat je daarin geplaatst wordt: 'want door geloof en in Christus Jezus bent u allen kinderen van God. U allen die door de doop één met Christus bent geworden.' Romeinen 8 (vers 14-17) leert ons in het Grieks dat we 'geadopteerd' zijn in het gezin van God, dat we kinderen van God zijn geworden en dus onderdeel zijn van Gods gezin van geloof. Efeze 2 zegt over deze nieuwe gemeenschap (bestaande uit Joden en niet-Joden): 'zo bracht hij vrede en verzoende hij door het kruis beide in één lichaam met God, door in zijn lichaam het vijandschap te doden.' Zonder deze blog-post in een Bijbelstudie te veranderen, wil ik er tot slot op wijzen dat Jezus al een gemeenschap om zich heen had toen hij op aarde zijn werk deed en dat God in de Heilige Geest kiest voor de Gemeente. Dat laatste leert ons al het Pinksterverhaal: als de Geest wordt uitgestort begint op die dag ook de Kerk van Christus met 3000 bekeerlingen. Dat alles maakt dat de Kerk, welke plaatselijke uiting je daarvan ook bezoekt, meer is dan alleen plek waar je wat haalt en beleeft. Het is de plek waar je hoort, omdat je er onderdeel van bent. Je bent immers een kind van God en dat betekent ook onderdeel van het gezin van broeders en zusters die de Kerk is. En daar in die Kerk beleef je jouw geloof, daar ontvang je voeding, onderwijs en leringen, daar ontmoet je God in de rituelen van doop en avondmaal. Jezus werkt door de Kerk in de wereld en in de maatschappij. Je daar aan onttrekken of het terugbrengen tot de plek waar je iets komt halen, is te mager. Wij zijn samen de Kerk. Dat moet centraal staan. De vorm kan daarbij variëren, veranderen en lokaal verschillen, dat maakt niet uit. Maar de Kerk van Christus is essentieel. En uiteraard, er is veel fout gegaan daar waar de Kerk van Christus verworden is tot een historische instituut, een menselijke instrument van macht en gezag. Er is misbruik geweest, zelfverrijking, vermenging met de wereld en ga zo maar door. Maar daarmee moeten we niet de Kerk afserveren en kleiner maken. We moeten de Kerk juist groter maken. Groter maken naar de essentie van wat het is: een gemeenschap van geloof waar God woont. Een tempel voor hem waar hij door werkt. Zijn lichaam dat zijn liefde verspreid en licht laat schijnen. Het is de uitdaging om dat vandaag de dag op een eigentijdse manier vorm te geven met elkaar. Wat een uitdaging!
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Roelof HamTheoloog, voorganger en auteur. Archieven
Juni 2023
|