In het Nederlands Dagblad is de laatste twee dagen aandacht voor een onderzoek naar de gastvrijheid van kerken en gemeentes. Er is steekproefsgewijs op zondagen onderzoek gedaan naar verschillende kerken en gemeentes van verschillende achtergrond in verschillende delen van ons land door mysterie-gasten te sturen naar die kerken. De meest gastvrije kerk werd daarbij gevonden in Haarlem.
Het onderzoek zette me aan het denken, want omzien naar mensen - daar hebben we het toch over - blijft altijd een uitdaging in de kerk. Dat geldt voor nieuwe mensen die komen, maar ook voor mensen die tot de vaste bezoekers behoren. Het gaat niet vanzelf. Daarbij lijkt de regel op te gaan, zo bleek ook in het onderzoek, dat hoe groter de gemeenschap hoe makkelijker het is om ongezien in de anonimiteit te verdwijnen op zondag. Nou zijn wij in Delfzijl als gemeente niet heel groot, maar ook bij ons moeten we er bewust op inzetten om elkaar te zien. Zo hebben wij deurdienst, waarbij een van ons voorafgaand aan de dienst mensen welkom heet en zijn er broeders en zusters die bewust opletten dat nieuwe mensen na de dienst tijdens de koffie en thee niet alleen staan zonder aanspraak. Om maar eens een paar dingen te noemen. Ook als voorganger ben ik hier bewust mee bezig. Ik probeer actief aandacht te hebben voor mensen en ze te zien. Ik loop na de dienst bijvoorbeeld heel bewust door de ruimtes van het kerkgebouw om benaderbaar te zijn en om mensen zelf ook te benaderen. Nieuwe mensen probeer ik altijd even aan te spreken. Maar eigenlijk vind ik dat niet genoeg. Ik vind van mezelf bijvoorbeeld ook dat ik dat in het dagelijks leven moet doen. Delfzijl is geen wereldstad en velen weten in ons kleine stadje dat ik de dominee van de Baptistenkerk ben. Ik probeer dat ook uit te leven en te laten zien door oog te hebben voor mensen. Ik heb echter soms het gevoel dat het niet altijd even goed lukt en daar kan ik me best wel eens schuldig over voelen, dat durf ik hier wel eerlijk te delen; ik faal daarin wel eens voor mijn gevoel. Dan vind ik dat ik toch wel even die of die had moeten aanspreken na de dienst of dan vind ik het laakbaar dat ik net die familie gemist heb die voor het eerst er was in de dienst. En op straat tijdens een van mijn wandelingen... had ik niet die ene mevrouw kunnen aanspreken met een vriendelijk woord? Laatst sprak ik daar met iemand over. Diegene stelde mij een vraag: 'Is dat erg dat je niet alles kunt en dat niet alles lukt?' Ik reageerde dat ik het wel graag het anders wil. Dat ik hierin wil groeien. Waarop diegene zei dat dit een mooi verlangen is, maar dat schuldig voelen niet nodig is. Dan maak je het groter dan het moet zijn, want 'je doet je best en kunt alles voor iedereen zijn', zo sprak hij. En ook dat is waar. Voor mij, maar ook voor mijn gemeente en eigenlijk voor ons allemaal. 'Ik denk,' zo sprak diegene verder, 'dat als de gesteldheid van ons hart goed is en we gericht zijn op God en op de naaste, we dan in vertrouwen mogen gaan. God doet het dan. En als we een keer tekortschieten, is onze Heer bij machte om zijn werk toch wel te laten doorgaan. Dat hangt niet van Roelof Ham af.' En weet je, diegene had gelijk. We, ik, mogen hier ontspannen in gaan staan. Ja, we mogen streven naar de hoge standaard van iedereen zien en welkom heten, van gastvrijheid en aandacht, maar het hoeft niet op ons te drukken. Het is door God, uit Hem en in zijn liefde. Hij zal het doen en maken.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Roelof HamTheoloog, voorganger en auteur. Archieven
Juni 2023
|