Psalm 133 vers 1 zegt: 'hoe goed is het, hoe heerlijk, als broeders bijeen te wonen!'
De waarheid van deze woorden wordt voor mij keer op keer bevestigd; steeds weer maak ik dingen mee die mij doen inzien dat dit geen loze kreet is. Gisteravond bijvoorbeeld. We waren met een aantal broeders en zusters samen en we praatten met elkaar over hoe God in ons leven er is geweest en wat dat te betekenen heeft gehad. We deelden verhalen van Gods trouw in lijden en moeite. Niet dat God de moeite wegnam of zorgde dat die ons bespaard bleef, maar wel dat hij er met ons in stond en dat hij zijn machtige hand steeds weer toonde. In natuurgeweld, in ziekte in het gezin, in verlies en gemis van geliefden, en ga zo maar door. En zo mochten we elkaar bemoedigen, mochten we samen de Heer daarvoor danken en elkaar daarin opbouwen. Toen ik thuis was moest ik denken aan de woorden van Psalm 133, aan hoe goed het is om dit te hebben. En hoe verschrikkelijk moeilijk het wordt als je dat niet hebt, of je jezelf daaraan onttrekt als kind van God. Als je het alleen doet. Wat hebben wij elkaar nodig! God is goed dat hij in zijn wijsheid dit zo voor ons bedacht en gegeven heeft. Dat hij dit al van te voren in zijn almacht wist en daarom het plan smeedde van zijn Gemeente. Zijn kinderen hebben elkaar nodig, we mogen en moeten gemeente en gemeenschap zijn. Prijs de Heer, voor mijn broeders en zusters!
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Roelof HamTheoloog, voorganger en auteur. Archieven
Juni 2023
|